De mens vindt het allemaal heel vanzelfsprekend. 'Iedereen doet het,' is de dekmantel van de mens, maar deze dekmantel is voor de natuur niet geldig. De mens is helemaal geen eenling. 49. Nee, verantwoordelijkheid nemen willen de volgelingen van Kakia niet. 50. Hoe ontkom je hieraan ? Minderen, minderen en nog eens minderen. De mens is vindingrijk genoeg. 51. Rebekkah is het beeld van de vreemde vrouw. De mens denkt telkens maar in dezelfde cirkeltjes. De mens heeft het vreemde nodig. 52. Hoe ontkom je eraan ? Terugkeren naar Rebekkah, de vreemde vrouw, als een beeld van het offeren van het bekende ego, van het 'ons kent ons' ego wat de massa's terroriseerd. 53. Leef daarom zo dicht mogelijk bij de natuur. 54. De sobere stelde dat de mens moest terugkeren tot de vreemde vrouw, het middag gebed, het komen tot het vreemde, dwars tegen de massa's in. 55. Salomo moest tot de vreemde vrouw komen, oftewel de filosofische principes 1283 van de natuur die door de stad werden achtergehouden. 56. Hij moest de bibiotheek in op zoek naar oude, verloren, vergeten boeken. Daarin zou hij de vreemde vrouw vinden waar hij zijn stadse kennis kon verliezen. 57. Je moet opgenomen worden door het vreemde, want het bekende is allemaal vals. 58. De mens moet door vreemde banden gevangen worden. Zoals het nu is leeft de mens in grote zelfmisleiding. 59. Hele volksstammen van zulke vrouwen zouden komen, de duistere, vreemde amazones van Orion, de filosofische principes van de diepere natuur. 60. De mens moest vallen, en de mens moest het lijden aanvaarden. De samenleving zou ontwricht raken. 61. De mens kan niet tegen de filosofie op. Zij zou komen met de hogere natuur kennis. 62. Het bekende is een vloek. Het houdt de mens gevangen, en de mens weet het niet. De mens kent het vreemde niet, en wil het vreemde niet kennen, maar het
1284 Online Touch Home