geschriften van Miktos, en hij droomde van een oertijd, van een zeevolk genaamd Amalek, en van de godin Amalek, en hoe de Israelieten van haar afweken. En hij begon te prediken in de lijnen en wegen van Miktos. En hij stelde grote geschriften op, die zelfs de Amalekieten verbaasden. En zie, hij herstelde de eredienst tot de godin Amalek. En ook Miktos zelf kwam tot inkeer. En Amalek en Israel werden steeds meer één. Maar er kwam een nieuwe koningin in het land, en zij liet de werken van Miktos en Taram verbieden. En zo kwam er een grote burgeroorlog in Amalek : broeder tegen broeder, zuster tegen zuster. En de nieuwe koningin stelde een nieuw leger aan, en begon haar inquisitie. Zij wilde de religie van Amalek geheel hervormen. 30. En Israel ging een zware tijd in, waarin de lasten nog meer werden verzwaard. En er waren geen woorden meer voor Taram. Zij hadden hem op het hoofd geslagen met stalen stokken, en zijn kaak hadden zij verbrijzeld, en hij werd in de gevangenis geworpen. En de nieuwe koningin van Amalek liet nieuwe geschriften opstellen, ditmaal door haar eigen volk. Ook de geschiedenis werd herschreven, en Miktos en Taram werden als ketters bestempeld, en al die hen volgden. 129 31. En in de gevangenis riep Taram tot de godin Amalek. En grote verwarringen maakten zich meester van hem. En er was een man genaamd Seder die ook in de gevangenis zat. En hij begon dromen te krijgen over de godin Amalek sinds Taram in de gevangenis was gekomen. En Seder schreef zijn dromen ook op. En de gevangenisbewakers die het lazen waren verbaasd. 'Hoe kan iemand zoiets groots schrijven ?' stamelden zij. En zij vielen op de grond, omdat iets hen geslagen had, en zij wisten niet wat. En zij lagen daar uren bewusteloos. En het nieuws verspreidde zich snel, ook tot de nieuwe koningin, en die kreeg ook de geschriften te lezen. En zij werd woest, en bestempelde Seder als een ketter. Zij begon de grote dreiging te merken die van Seder uitging. Daarom liet ze hem ter dood veroordelen. Eerst werd hij op een kar rondgetrokken door de nederzettingen. En Seder riep iedereen op tot bekering, maar zij luisterden niet. En een vlam kwam op het hoofd van Seder, en iedereen die het zag schrok. En zij vielen op de grond van angst, en bogen zich in het stof voor de kar, want de vlam verteerde het hoofd van Seder niet. Wel ontstond er een kale plek op zijn hoofd. En Seder werd vrijgelaten, want hij had de vlam op zijn hoofd. 32. En het nieuws verspreidde zich snel,
130 Online Touch Home