1377

in het overtuigen. ook filosofische charlatans kunnen noemen die de weg voor het dwazendom hebben bereid. 27. Al snel werden zij ontmaskerd door Socrates en Plato. Socrates werd ter dood veroordeeld vanwege zijn ontmaskeringswerk. Hij moest de gifbeker drinken. Ook Plato werd ter dood veroordeeld, maar hij werd door vrienden gered die hem loskochten. 28. Plato benoemde het sofisme als een mensenjacht, als een psychologische handels-kunst, om met name elitaire en rijke jeugd te bereiken met veel potentieel. De handel is dan in 'kennis', die de sofist koopt en doorverkoopt, en ook zelf maakt. Hiertoe vestigt de sofist zich in de stad. Het is een ruilhandel en een fabriek van tweedehandse schijnkennis, aldus Plato. 29. De sofist is een nabootser, en een zeer geliefd middel van politiek en religie. Meer en meer werd het sofisme een gevaarlijke handel in educatie. Het was allemaal gericht op de mens zelf, terwijl Socrates en Plato beweerden dat er een hogere kennis boven de relatieve kennis was. Beiden hebben zij zich dus tegen het sofistische systeem gericht, de gevestigde opvoeders van de jeugd, en betaalden hiervoor een hoge prijs. Je zou de sofisten 1377 30. Plato streed tegen doxa, tegen het gebruik van de mening en het geloof van de massa als argument. Dit was een wezenlijke strijd, want hieruit voort zou het dwazendom komen. Het woord doxa is verbonden aan populariteit, glorie, zoals het ook werd verbonden aan de glorie van God in de Griekse bijbel. Veel mensen zijn hier gevoelig voor. Ze kiezen populariteit boven de waarheid. 31. Voor de lijdensgezinde is dit dus een test. Een lijdensgezinde is niet geinteresseerd in macht, want hij weet waar het toe leidt. Hij verkoopt de waarheid niet voor autoriteit. Plato zette rede en geloof tegen elkaar. Het westerse dwazendom koos duidelijk voor het geloof. Plato werd ondergesneeuwd. Plato stelt dat er voor elke doxa een logos moest zijn waaraan het getest zou moeten worden, want anders was het waardeloos. De dwaas laat zich echter leiden door blind geloof, tegen alle kennis in. Voor Plato was doxa de zonde van de filosoof. De filosoof moest eerst terugkeren tot de logos. Doxa is alles wat de mens zomaar klakkeloos aanneemt. Doxa wil schitteren in de tempel als een god, door mensen aanbeden.

1378 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication