gevecht tijdelijk ten onder gaan, sterven op het slagveld. In de apocalypse van Nietzsche klopte het nihilisme op de deur, ijskoud nihilisme, zonder compromis. De oude wereld moest weg. En het nihilisme zou ten onder gaan in dit gevecht. Nietzsche zag de jaren 1900 komen. 6. Nihilisme is al heel oud, en kwam al voor bij Salomo : 'alles is ijdelheid.' Alleen de eenling kan het nihilisme bereiken, want alleen de eenling kan loskomen van de drijfveer van de massa's. De eenling heeft zijn geloof in de massa's verloren. Dat is wat het nihilisme is. Ook heeft hij zijn wil om de massa te dienen verloren. Het nihilisme betekent alles achter te laten. Het betekent het verliezen van aardse religie en het winnen van hemelse filosofie. De wereld is slechts iets psychologisch, een behoefte, een overlevingsdrang, maar geen daadwerkelijke waarheid. De mens heeft gewoon voorzieningen getroffen. Het nihilisme neemt er geen genoegen mee, en zoekt naar de daadwerkelijke waarheid. Het nihilisme wil niet in slechts verbeelding leven, maar wil bouwen, uitvinden. Nihilisme is een Nietzscheaans dualistisch ideaal, deels destructief en deels ironisch. Niet meer gaat het om dat wat bestaat, maar om dat wat niet bestaat, de spiegelwereld, de subtiliteiten. 1427 7. Zodra iets waar wordt is het niet meer waar, stelt het nihilisme. Zodra iets waarheid wordt is het niet meer echt. Alles is overgemoraliseerd, overgewaardeerd, en de mens is er moe van geworden. Daarom is nihilisme onontkoombaar. Het geluk van de grootste meerderheid begint zichzelf aan te vreten. Het mens zijn is zwaar overdreven, stelt Nietzsche. Nietzsche stelde dat Napoleon het medicijn was, omdat Napoleon de samenleving, de massa's, als zijn vijand zag. Nietzsche bedoelde dat in archetypische zin, want letterlijk gezien was Napoleon zwaar corrupt. Maar in het abstracte idee van Napoleon ziet Nietzsche heil als medicijn tegen het kudde instinct. Het is namelijk het enige instinct wat de massa's kennen. De massa's zijn verslaafd aan romantiek, d.w.z. een overdosis aan romantische verhalen en literatuur en een groot gebrek aan filosofie. Het gebrek aan discipline in de moderne geest maakt zichzelf op met allerlei morele mode. 8. De lagere mens van het ego spreekt en denkt altijd in termen van uiterlijke schoonheid. Dat is zijn streven. Altijd moet hij uiterlijke schoonheid om zich heen hebben, zijn gedachten ermee vullen, want hij heeft namelijk smetvrees. Hij wil de woeste, brute natuur niet, en daarom heeft hij ook zijn oog voor ware
1428 Online Touch Home