bracht dat ook een bepaalde rusteloosheid. Het leek wel alsof er competitie heerste tussen hen op een bepaalde manier. 6. Eigenlijk wilde hij weg van haar, en de stam waar ze het over had ontmoeten, of gewoon ergens anders op het eiland de tijd verdrijven, maar hij voelde alsof ze iets van hem had gestolen wat hij terugwilde. Hij kon niet weg. Dat wat zij van hem had gestolen, daar kon hij niet zonder leven. Ze had dus al een zekere macht over hem. Toch wilde hij hier niet aan toegeven, en zei dat hij weer verder wilde, of naar die stam, of ergens anders op het eiland. Hij bedankte haar al voor de gesprekken en de gastvrijheid, maar toen wilde zij dat hij zou blijven. Toen kon hij het ook niet over zijn hart krijgen om weg te gaan. De dagen erna werd ze eigenlijk steeds moeilijker, maar ook steeds aardiger, en die combinatie werd in principe gewoon dodelijk. Hij voelde dat hij psychologisch vast kwam te zitten door haar, door haar opmerkingen, alsof zij hem had verlamd. 7. Hij wist dat hij goed in de problemen was nu. Hij had snoep genomen van vreemden waarvoor zijn moeder hem altijd gewaarschuwd had. Hij was in een exotische valstrik van het eiland gelopen, van het oerwoud. Hij verdedigde zich niet 149 naar haar, want hij wist dat het dan alleen maar erger kon worden, alsof hij dan in de fuik werd getrokken, en ze probeerde altijd ook een hele hoop goed te praten. 8. Ze vermoeide hem, en daardoor werd hij afhankelijk van haar. Zij moest nu voor hem zorgen. Hij was in een gevaarlijke situatie terecht gekomen. Hij voelde zich ziek, alsof hij vergiftigd was, en hij was helemaal alleen in het oerwoud met haar. Ze betuttelde hem ook, sprak telkens met verklein-woordjes. Ze bemoederde hem, maar was ook een slinkse vijand. Hij moest telkens op zijn hoede zijn. Op een dag kon hij niet meer verder. Hij kon alleen nog maar neerliggen. 9. Ze zou wat soep voor hem maken, met allerlei exotische vruchten er doorheen. Die zouden erg krachtig en pittig zijn, en die zouden hem wel genezen. Hij dacht er ook aan dat hij misschien niet bestand was tegen het leven in het oerwoud en tegen zulke vrouwen als zij. Maar de soep deed hem goed, en zo hield zij hem aan het lijntje. Ze was niet extreem, maar subtiel. Het liep ook nooit uit op een echte ruzie tussen hen, maar er was wel een onzichtbare oorlog. Langzaam voelde hij zich weer beter. Het was alsof zij hem ook weer optrok, maar na de problemen die zij hem had gegeven. Zo werd haar
150 Online Touch Home