vergaan. 9. De aarde zal verslonden worden, en zij zullen niet weder opstaan. 6. De vijand verdoet zijn tijd, en maakt plezier in de oorlog. Blinde dwazen zijn zij. 7. De hemel haat hen, en heeft hen alreeds in Haar val gelokt. 8. Een groot oordeel komt tot de aarde, vanaf Haar hoge bergen. Zij brult, en zal spoedig komen. 7. Wee u, oh aarde 1. Zij zal de valse rechters slaan, en de valse heelmeesters. 2. Draait u daarom om, en keert terug van uw onrechtvaardige wegen. 3. De onrechtvaardigen zullen geen plaats in Haar vinden. 4. Zo is de hemel hard en vast in al Haar wegen. Haar wegen leiden tot leven, opdat u niet de eeuwige dood zult sterven. 5. Zij zal de valse lach slaan. De valse lacht leidt tot de dood. U zult onherroepelijk sterven wanneer gij zult lachen met de vijand. Zij vieren grote feesten om de hemel te bespotten. Aan Haar wraak zullen zij niet ontkomen. 1498 9. Dit geheimenis is alreeds onder u aanwezig, en zal ontwaken. 10. De hemel is wraakzuchtig, en laat Haarzelf niet omkopen. 11. Hun geld zal wegteren in hun zakken. Hun gedachtes zullen wegteren in hun hoofden. Want hun gedachtes waren vol van onheil. 12. Ja, een groot oordeel komt vanuit Haar hemelse berg, waar Zij troont in grote grimmigheid. 13. Wee u, oh aarde, want de hemel jaagt op u. 14. Een groot plan heeft de hemel opgesteld. Zij zal dit plan in oorlog voltooien. 15. Roept Haar aan, en Zij zal niet luisteren. Zij luistert naar de stillen van hart en hen die toetsen. 16. Zij haat hen die bidden en mekkeren tot haar. Ziet, zij is ver weg van hen. Zij
1499 Online Touch Home