de warme gebieden van de hemel te komen. 54. Dringt tot hen door. Zo is zij dan de weg, leidende tot de diepere hemel. 55. En stap dan in haar boot. Tot de diepere hemel bent gij gekomen. Als de zee in de woestijn voel ik mij, de hemelse zee. Tot haar ben ik gekomen, als het zachte van de hemel. Hier maak ik mijn woning. 56. Tot de hemel zijt gij gekomen, hen van het zachte. Wanneer zij steken voel je het zachte. Nu wordt ik gestoken door de zachtheid. Ik word gestoken, om dieper tot de hemel te gaan. 57. En zo kwam ik tot de dieptes van de hemel, in Haar. En er zijn zeeen in woestijnen, Haar zeeen. 58. Aan de woestijnzee zit zij, in het zand. Wil je dieper tot de hemel komen ? Volg haar dan. Tot de ijszichten bracht zij mij. 59. Zij en al hun vreemde talen. Na de winter wordt het donker, het donkere seizoen met al zijn duistere zeeen en duistere woonplaatsen. Zeer zacht zijn hun steken. 60. Na hun winter kwam de duisternis, het Woord van de duistere zeeen en hun woonplaatsen. Hier is het altijd te laat. 27 9. De vaagheid van de bloemen 1. Tranenglas als vurige stenen tussen jou en mij, 2. Ik kijk er doorheen, En zie jou op een andere manier, Ik zie een andere kant van jou, En kan het beter plaatsen 61. Voor een gerechtshof van leugenaars sta ik. Oh, steek mij diep, en maak mij dronken, want tussen zulke leugenaars red ik het niet. 62. En haar hemelse oog gaf mij grote visioenen, en ik kwam tot een eiland in de zee. Stekende vissen zwommen hier omheen, maar zij staken slechts in zachtheid, om de visioenen te laten groeien. 63. Wat er gebeurt kunnen we beter bekijken achter glas. Het zal onze ziel toch wel grijpen. We zien Haar achter tranenglas, tranen hard geworden als steen. Achter tranenglas is de woeste wildernis.
1538 Online Touch Home