1541

verlamd, maar nog steeds sta ik stijf, Snippers aan het einde van de dag, schaduwen van het verleden. 9. Een woonplaats bouwen kan ik niet. Niemand kan ik verstaan. Ik ben als doof en blind, alles zal vergaan. 10. Ook duisternissen gaan voorbij, en dingen worden kouder, Een nieuwe vogel vliegt, achterlatende zijn pasgeboren jongen. Alles gaat voorbij, en scherpe dingen worden zachter, alles gaat voorbij, ook de herinnering tussen jou en mij. 11. Ik kan er niets aan doen. Het is te laat. Zij is dan de wever, tot aan de spiegelingen. En Zij sprak : Ziet dan, de heilige traan is vleesgeworden. En deze traan kwam. 12. En zij heeft dan een schip van tranen, leidende tot onder de hemel. Want zonder hen zou er dan geen vruchtbaarheid wezen. 13. En zo is dan ook de hemel, die als Haar tepel is, en het heeft de aanblik van 31 spiegelingen, als vurige stenen, tranenglas. En zo is dan de hemel als het schip van tranen en haar schoot. 14. Zoveel woorden van elkaar gebroken. Ik weet niet alles, maar ik ken het leven. Alles is maar voor even. 15. Het steekt me diep, maar U bent het die mij riep, Als een echo uit de duisternis, makende al het harde zacht, totdat alles tot onder de hemel zakt. 16. Het spiegelende ijs, Spiegelingen van een duister verleden, Die alle gezichten laten zien 17. Hier kruizen de spiegelingen, Op een grote trap, op een grote brug Dit zijn vergeten paden, Het gaat dieper en dieper, Waar het geheugen de verslaving is, bij de bron 18. De hele hemel is bedolven onder ijs, De voorhangsels van een nieuwe wereld, Uitgestrekte bloemenvelden

1542 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication