In haar hol zingt zij haar overwinningsliederen en klaagliederen, Zij zullen terugkeren waar zij vandaan komen, In het hoge gras staat zij, De wildernis achter haar 10. In het wilde veld staat zij, Haar hol ver achter haar, Oh, kunt gij haar klaagzangen wederstaan, Haar klaagzang is een grote test, Haar vijand sleurt zij naar haar hol, Kunt gij haar klaagzangen wederstaan, Haar kooien zijn vol, Het doordringt hun hoofden totdat zij vallen, Het sleurt hen mee naar duistere grotten, Kunt gij haar klaagzangen wederstaan, Het grote geklaag is zij. 11. Het sieraad, de grootheid, gezwollenheid, en schoonheid van de dochter van Sion, de dochter van de wildernis is voortgekomen, gegroeid. 112 12. Het opkomen is een oorlogsgroet en een confrontatie. Het betekent vertaald worden. Het betekent een taak tot voleinding brengen. Het betekent ook kastijding. 13. De door haar aangestelde kooibewakers zijn sterk geworden. Hongerig en zonder hulp van een leger, geemancipeerd en onafhankelijk, kwamen zij tegen hen die omkoperij liefhadden. 14. Zij groeiden op in de kennis van oorlog en jacht. 15. Ze zag de vijand in haar tent komen. Het was een strik voor de dwazen. 16. Dit is de slacht van de beesten van overmoed. 17. Zij proberen de kennis uit iemand weg te roven, en plunderen herinneringen. 18. Zij zijn dwalende bedriegers. De schepping voortgekomen uit het afgekapte hoofd van de buffelgeest
1623 Online Touch Home