1626

opgeslagen kennis. 14. Zij wordt geopend om de levenden en de doden te oordelen. Zij bewaakt de geheimenissen van de baarmoeder. 15. Zo zijn dan de Urim en de Thummim van het laatste oordeel. 16. Zo ontvangen wij het geestelijke zicht. 17. Zo komen wij tot de plaats waar het bloed van de vijand als rivieren stroomt. 18. Door de Urim komen we uiteindelijk tot de rode steen, de steen van bloed, de steen van Ruben. Wij moeten gewassen worden in het bloed van de vijand. 19. In de diepte van de grond van het paradijs vinden we de paradijselijke vloed, overweldiging, in de vorm van rivieren en watervallen. 20. Hier zijn ook ergens de watervallen van bloed, en de zeeen van bloed. Dit is dus te vinden in de overwinning over het vlees. 21. In de paradijselijke ondergrond worden wij ontvangen. Hier leren wij de ijzeren wetten kennen, de wetten van het paradijs, de strenge wetten waarin alle 116 voorgeslachtelijke zegels zullen breken, en de wateren en de maan zullen veranderen in bloed. 22. Het overweldigt ons, om ons dieper mee te sleuren in zijn diepte. Hier zijn de bronnen van het paradijs te vinden. Ook Job werd hier naartoe genomen, nadat hij door het stof van het paradijs was bekleed. Hij werd geleid tot het geestelijke gesteente. 23. De Urim is als de zuiverende kracht, de wassing. Wij zullen terugkeren tot de rivieren van bloed. 24. Wij moeten gewassen worden in deze rivieren. 25. Het is het werk van de Urim om met de Thummim in verbinding te komen. 26. Het lijden leidt tot de geestelijke verlamdheid, waarin God overneemt, door de overweldiging. 27. Het is het teken van overwinning in oorlog, die ons op doet staan en toerust. 28. Het is juist zo dat als we de vijand hebben verslagen, dan komt de Vreze des Heeren vrij. Zo niet, dan mag je je afvragen of je de vijand wel verslagen hebt.

1627 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication