1631

bekrachtigd. Dit zijn vrouwen die uit zijn op geld, macht en aanzien. 3. Zij begeren deze heersers om er overspel mee te plegen, opdat zij het geslacht van de nephilim in stand kunnen houden. 4. Het zijn gesneden beelden waar afgoderij mee gepleegd wordt. 5. Welzalig Adam die gedurig vreest, en wie zijn hart, binnenste, verhardt, tot rebellie. 6. Welzalig is in het Aramees : regen, paradijselijk vocht. 7. Vrees is verbonden aan het verharden, als een resultaat. Ook is vrees een verwondering, en in het Aramees is het aanbidding. 8. Weer gaat het hier over het paradijselijke lichaam wat gemaakt is uit geslachtsorganen in plaats van spieren. 9. Het bloed wordt door het lichaam gepompt, door verhardingen, door het samenpompen van bloed. Dit gebeurt dus door de vrees, door het beven van Adam, door in te gaan in de eeuwige vrees. 10. Dit veroorzaakt rebellie tegen het 121 vlees, tegen de zonde. 11. Dit is een oproep tot de geestelijke oorlog. 12. Het betekent het verkrijgen van geestelijke kennis. 13. Door kennis (da'ath, gnosis) worden de kamers gevuld met allerlei kostbare, zeldzame en liefelijke (vruchtbare) sterkte, pezigheid. 14. Hard is dus juist weer verbonden aan vreze. 15. In het Aramees is hij bewapend. 16. Het is dus zo dat in de geestelijke kennis je zowel dieper komt in zwakheid, als dieper komt in sterkte. 17. In het Hebreeuws gaat dit over het sterk zijn van de voeten voornamelijk, als in alert zijn. 18. Met sterkte wordt er dus alertheid bedoeld, en geen brute kracht. Het gaat hier om de subtiele sterkte van de geestelijke kennis. 19. Het verharden van het hart duidt op de heilige vreze, de alertheid van de voeten van de strijder.

1632 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication