44. Er is grote afstandelijkheid in de levengevende baarmoeder. Zij valt niet te verbidden. Zij is vaginaal, en is ver van het religieuze verwijderd, maar dit is haar kooi. Zij heeft deze kooi zelf geschapen. Dat is de grote paradox. 45. Alles moet met stomheid geslagen worden, te beginnen in ons eigen leven, zodat God over kan nemen. Wij moeten diep doordringen in de Adamah, in Ahn, voor deze reden, om Adamam te ontvangen, waardoor alle stemmen in ons gedoofd worden, zodat alleen God spreekt. 46. Wij moeten met Adamah, Ahn, bewapend worden, na door Adamah ontwapend te zijn, onze stem hebben verloren. Dit zijn serieuze dingen. Wij zullen namelijk voor elk ijdel woord geoordeeld worden. 47. Allereerst moeten wij de verlammende vreze des Heeren ontvangen wat ons niet meer laat durven spreken, bang om een ijdel woord voor God's aangezicht uit te spreken. 48. Eén ijdel woord kan een heleboel kapot maken, voor een hele lange tijd. Wees zelfs bang om te ademen. Wat ademen we wel niet allemaal naar 162 binnen ? Wij moeten de heilige ademnood ontvangen. 49. In Adamah, Ahn, is er doorgang. Wij leggen alles op Adamah, en laten alles achter ons, om de geestelijke bloedvergieter, de Aima, te omhelzen. 50. Adamah, Aima, oftewel Ahn zal terugkeren, en de wateren zullen in bloed veranderen. Ook de maan, het licht, zal in bloed veranderen, en de zon zal duisternis worden. Wij zullen allemaal terugkeren tot de Adamah, Ahn en de Aima, de geestelijke bloedvergieter. Niemand zal aan de Adamah, Ahn, kunnen ontkomen. 51. Wij moeten aan ons religieuze zelf sterven. Het varken van het vlees, van de zondemacht, moet dood. Haten wij dit varken wel ? Hebben wij wel genoeg oorlogslust om met dit varken af te rekenen ? 52. Adamah, Ahn, leidt tot zijn diepte, tot de Adamam, de heilige stomheid, de wachter van de mond, en tot het geheimenis van de Adaham, de paradijselijke vloed en overweldiging. 53. Nadat wij door Aphar zijn bekleed worden we daar naartoe geleid.
1673 Online Touch Home