3. Het teken zou hen in de tucht houden. 4. Hij kwam tot ‘dat wat vóór Eden was, ouder dan Eden, de eeuwigheid vóór Eden,’ Qidmah, het land van de nomaden, van de tijdelijke tenten, ook het land van de weeklacht. Dit was dus in feite dieper in het paradijs, dieper in de oorspronkelijke wildernis, dieper in de onderwereld. 5. Je kunt het vergelijken met het teken wat Ham zag. Het was een paradijselijk teken. Dit is hetzelfde als door Eva geestelijke kennis ontvangen, Kanah. 6. Na tot Eden te zijn gekomen moeten we op doortocht gaan naar het westen, richting de paradijselijke afgrond. 7. Het teken moeten wij ontvangen, om de menselijke kracht, de spierkracht van het oervlees, te verbreken, opdat het geestelijke zaad van Kanah ons kan vervullen. 8. Het teken van Kanah is de eeuwige tucht die we nodig hebben om tot haar te komen. 9. Het oervlees wil mensen terugbrengen onder het oude gezag van de fabels van 213 mensen. Ze vergieten onschuldig bloed. Dit allemaal om het oervlees veilig en verborgen te houden. 10. Het is een gevangenis-wacht die verslagen moet worden. 11. Het oervlees heeft het verslaan van het oervlees omgeruild voor onschuldig bloedvergiet, door hele slinkse theologische streken. 12. Het oervlees zit hoog op een troon, als een standbeeld. De mens werd vatbaar voor allerlei afgoden. Het oervlees troont in het valse paradijs. 13. Hij zit hoog in zijn paleis, waar hij zijn valse woord schrijft voor de mens om te volgen. Dit moeten zij navolgen. Hierdoor zet hij ze tegen elkaar op, en vergieten ze onschuldig bloed. Door dit bloed krijgen ze dan een schijnveiligheid, en worden ze beloond. 14. Door het verslaan van het oervlees kwam de sobere tot openbaring, en kreeg ingang tot de onderwereld. 15. Zijn ogen waren geopend. Hij kwam tot de plaats van het zwellen door honger, door vreze, door het eeuwige touw, als een bewapening.
1724 Online Touch Home