175

voortbrengen om mezelf hier van los te maken. Deze stof werd gekweekt in diepe duisternis, in de diepte van deze galactische zee, in de zeekooi. 31. Niemand kon mij nog tegenhouden, want juist door alle kwellingen die zij tot mij brachten werd deze stof voortgebracht. Daarom moest ik verwend worden, vetgemest, vrolijk gemaakt worden. Ik mocht niet lijden. Ik moest gelukkig zijn. Ze vreesden deze stof. Het zou het einde betekenen van hun koningschap. 32. Maar toen ze eenmaal merkten dat ze deze stof toch niet konden tegenhouden moest ik lijden. Wraak wilden zij voeren. 33. Ik werd opgesloten in een zeekooi, waar experimenten met mij uitgevoerd. Ze wilden weten wie ik was. Zeemonsters sneden in mij. 34. Zonder bloed zouden zij niet overleven, daarom waren zij roofdieren. 35. Ze leefden van de fokkerij en de slacht, bijna als mensen. Daarom waren zij een unieke diersoort. 36. Zij deden zich voor als chirurgisch en onderzoekend, maar zij waren slagers. Zij waren een oud, prehistorisch ras. Ze 175 wilden wraak, alhoewel ze wisten dat ze aan het verliezen waren. 37. Ze dienden de afgod, Malkael, die hen allen tot zijn dienaren had gemaakt. 38. Ik werd in de diepte getrokken, in een klem. Ik werd tussen twee wachters geplaatst. 39. Alles zou veranderen in bloed. Var zou voortkomen vanuit bloeddruppel ... 40. Ik keek naar de zeekooi, die openbrak, lossprong. Twee mannen grepen mij, en namen mij mee uit de gevangenis. Zij stonden daar als reuzen. Ze zouden mij meenemen tot Var. 41. Ik zag hen in een gevecht met Malkael. Ze beschoten hem, en uiteindelijk stortte hij neer, maar toen stond hij weer op. Ze grepen me en we moesten rennen. 42. Ik moest me vast houden. Het stormde hier. 43. Vanuit dit bloed kwam alles voort, Vanuit dit bloed kwam Var voort, Daarom moesten de ijstijden komen, Daarom moest Malkael nog eenmaal losgelaten worden een

176 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication