1809

het midden daarvan hebben we te maken met de onderwereld zelf, of de doorgang naar de onderwereld. Deze plaats werd afgesloten met leegheid. De plaats was omringd door Lethe, vergetelheid in het Grieks, zodat het geheim gehouden werd. Ook werd het afgesloten met vuil. Je zou dan door een waterval van urine heen moeten gaan om daar te kunnen komen. Ook zou er dan geweld tegen je gebruikt worden, kortom het was een hele gevaarlijke muur waar je dan overheen moest. In het Aramees was dit ook de plaats van verlokking. In die vergetelheid zou je bloot gesteld kunnen worden aan leugens, en dat je gevangen zou worden in de aanbidding van hele verkeerde goden, en dat je vreemd gedrag zou gaan vertonen. 32. Wij kunnen alleen door de leegte tot haar naderen, door helemaal los te komen van onszelf, als een leeg vat. 33. Door het voorhangsel van de leegte hebben wij ook toegang tot haar. 34. Door deze dingen zien we een aardbeving verschijnen en een oogst van wintervijgen. Ook zien we de troon verschijnen. Allemaal dingen die wijzen op de verschijning van de witte steen, de steen van vrees. Dan zien we de Amazones komen die de soberen moeten 299 verzegelen, en zij verschijnen voor God's troon, de witte steen, oftewel de Aser troon van Salomo. Zij zijn bekleed in het wit. Wit is in het grondwoord de vrees. Zij zijn tot rust gekomen, en in slaap gevallen, in de Vreze des Heeren, wat als een bescherming om hen heen is. Zij hebben zich witgewassen in bloed, in de grote verdrukking. Aan hen wordt dan beloofd dat de tent, de cukkah over hen uitgespreid wordt. 35. De rib waaruit de vrouw voortkwam betekent in de diepte van de 'boog' als wapen. De boog was het teken gegeven in de hemel, als een hemelse boogschutter, als een bliksem-storm, na de zondvloed, als verbonds-teken. 36. God gebruikt alleen lege, verbroken vaten. Wij moeten niet met een wapen in onze hand bij God komen, maar met een lege verbroken hand, zodat God ons een wapen kan geven, en God dat wapen kan besturen. 37. Er is een grote verbintenis tussen de Vreze des Heeren en de slaap, als een slaap-medicijn. 38. In de Orionse Mythologie wordt God ook uitgebeeld als een groep wilde vrouwen die aan de inwoners van Orion kunnen verschijnen.

1810 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication