de tuchtraad van Moeder God. oorlog. 39. Alleen in Ahn kan dit, en alleen in Ahn zal dit worden toegestaan, omdat hierin een noodzakelijk element voor mannelijk heerserschap vastgelegd is. 40. Ahn’s ziel roept het uit voor God. Gezegend zijn zij die in de onderwereldse gevangenis van God wonen. Zij zullen een vrijmoedigheid hebben tot God. Ze zullen assertief zijn, nadat God met hen heeft onderhandeld. Aan het einde van de psalm is Ahn een bewaker van de gevangenis. 41. Het hemelse zaad is de toorn van God. Zaad brengt ons tot het diepste van de put, snijdt ons van alles en iedereen los. 42. Laat de heiligen triomferen, beloningen ontvangen in de overwinning. 34. De strijd tussen de hoer en het paradijs 1. God zal de armen en de zwakken versieren met Yeshuwah, Overwinning. 2. God onderwijst tot het voeren van 339 3. Wij kunnen geen ijzer met handen breken. In moeilijke situaties moeten we bidden om oerkennis, om profetische openbaring, en die zal komen op God's tijd, niet onze tijd. 4. Men bleef hangen bij eerstelingen door afgoderij, en verder niet om de oerkennis te bekommeren, de profetische doorgang. 5. Dit is waarom God de eerstelingen van de vijand moest slaan. De vijand verafgode de eerstelingen. Dit is waarom de plaag kwam, en waarom Job moest afrekenen met de geest. Hij moest op doorgang tot de ziel. Ook Ahn moest de geest achterlaten. 6. In de tocht door de oer-leegte kom je uiteindelijk bij de kinderen. Zij dragen woede, vrees, depressie, eenzaamheid, haat, bitterheid, verwarring, chaos, allemaal eerstelingen van het visnet, eerstelingen van de kinderen, als zaad wat gezaaid moet worden. 7. Deze kinderen behoren tot de bitterheden van de ziel, een diepere weg, een dieper visnet. De ziel leeft in de diepte van de aarde, terwijl de geest rondzweeft in de lucht. Wij moeten dieper gaan. Alles wat niet goed en diep
1850 Online Touch Home