1878

22. De mens kwam in het paradijs voort van Thummim, en was beteugeld met Urim. 23. Daarom is het zo belangrijk te groeien in de Urimen de Thummim. 24. De tentendienst moest strijden tegen de Awpa, kippen van het oervlees, de oerzonden. 25. Zij deden dit door de Urim, door het toetsen, zodat ze niet in valse strijd terechtkwamen. 26. Zij moesten dus een heilige relatie ontwikkelen met de Urim. De spreuken van Uribir 27. In 'De Spreuken van Uribir' staat : 28. 'Gezag in de lucht, Legers grijpen haar, En smelten weg voor haar zonlicht, Voor het zonlicht rennen zij weg, En leven in duisternis, Maar het vuur zal hen grijpen 29. Het Zwaard van Uribir, Als een graf, Vader van Iyowb is hij, Ziet, hij is de Urim, 368 Een groot licht is opgestaan, En zie, zij zullen zijn naam verdraaien, En zijn geheimen zullen verborgen blijven voor hen 30. Zij stond daar, Naast hem, Met het zwaard, En sloeg hem, Hij was de Urim, Hij was het koningskind, En de wond van het zwaard was zijn schuilplaats, Een schuilplaats van wilde dieren, Een rovershol 31. Zij had hem opgenomen, En geketend sinds hij jong was, Eens slavenkind was hij, Uitgehongerd 32. Hij was met de wilde dieren nu, Zij spraken tot hem, Zij namen hem mee naar het middelpunt van de onderwereld, Hier bracht hij Job voort, de Thummim, En het heilige gezegde, Hij bracht brood tot de volken, Lichtheid tot de lammen, Hun werken zullen hen volgen, Hij bracht water tot de dorstigen, In diepe woestijn nam hij hen op 33. Zij gaven hem een zweep, en hij

1879 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication