te vormen. middelen moeten getest worden. Er moet mee geworsteld worden. 10. De wildernis-profeet laat zich niet leiden door de leer van de valse kerk van het oervlees, is geroepen om oude fundamenten te verbreken, heilige huisjes om ver te werpen. 11. De wildernis-profeet ontvangt wilde openbaringen, en is niet bang om tradities overboord te gooien. Dit kan dus zelfs leiden tot een reformatie. 12. De gave van kennis is een onderdeel van profetie. Profetie is de hoogste gave waarnaar wij moeten streven, en staat gelijk aan kennis en waarheid, aleithea, waarnaar de Urim leidt. 13. Het oervlees houdt ervan om op valse fundamenten door te bouwen, om mensen in drijfzand te houden. 14. We zijn nu in de wildernis terechtgekomen, niet meer in de stad. Wij zijn als nomaden die voort-trekken, dieper de wildernis in. 15. Je moet zelf een persoonlijk contact met God ontwikkelen, en boeken kunnen daarmee helpen, maar het gaat om het toetsen en het je persoonlijk eigen maken. Wij staan allemaal op onszelf voor God, en wij zijn omringd met middelen. Die 431 16. Soms moet je vluchten. Alleen tot God komen. Dus ook niet met je verleden wat mensen je geleerd hebben. Niet bouwen op mensen, maar alleen op God. 17. Alles werkt in die zin mede ten goede. Het kennen van God zal in die zin je relatie met het oervlees vernietigen. 18. Het kennen van God, het persoonlijk kennen van God, is een manier van communiceren waardoor alles veel dieper gaat en niet meer oppervlakkig of vaag is, of op horen zeggen is gebouwd. Het is tussen jou en God. 19. Mensen willen het geestelijke zonder het kennen. God zegt dan dingen en dan gaan ze naar de menselijke overleveringen en tradities om te zien of het wel ermee strookt. Zo hebben ze dan het menselijke overleveringen en tradities boven God geplaatst. De Urim is zo goed als dood in kerken waar niet geprofeteerd wordt. 20. Wanneer we tot God komen gaat het niet om kracht. We moeten juist leeg worden voor God, en God moet ons eerst zwak maken.
1942 Online Touch Home