niet besneden worden, en de geestelijke kennis gaf hen eraan over. Hier heb je je afgoden, je menselijke overleveringen en tradities. Zij wilden geen openbaring ontvangen, en bleven zo blind. 25. Het kwam tot een oordeel. Ze werden overgegeven aan hun misleiding. 26. De Judah is een arena waar alle dingen getoetst worden, waarin de Benjamin zich openbaart als het volkomene. 27. Wij moeten ons toeleggen op de kinderlijkheid en het lijden. 28. In het geestelijke halssnoer zijn Judah en Benjamin verwerkt. 29. Wij moeten strijden tegen het oervlees en het eeuwige zaad inademen, door de paradijselijke afgrond. 30. De rivier van de weeklacht is ook een vallei. De sobere heeft toegang tot deze afgrond. Dit is een heilig klagen, als het heilige smeken. 31. De fluisteringen van deze afgrond noemden hem gehoorzame. 32. Zij bleven hem zo noemen toen hij tot dit gebied kwam. 33. Hij kwam dus tot het westelijke 212 paradijs, ouder dan Eden, als een eerder paradijs. 34. Het eeuwige zaad kon weer stromen, en zij konden hierdoor leven. 35. De vloed, het zaad, was voortgekomen, omdat de mens daarover zijn controle had verloren. Er was nu weer een weg terug. 36. Het teken zou verschijnen, niet zomaar in de wolken, maar ook als de verschijning van de hogere natuur, in dit geval met het paradijselijke teken. 37. Ham kreeg een visioen van het paradijselijke teken. Het teken zelf was gemaakt om terug te wijzen op de oorspronkelijke man, maar ook de oorspronkelijke vrouw. 34. Dat wat vóór Eden was 1. Kanaan werd het beloofde land. Het teken brengt de eeuwige tucht, en maakt degene die het teken ziet tot gehoorzame. 2. Noach zag de uitstortingen van het geestelijke zaad.
213 Online Touch Home