2240

worden. In het automatisme mag de persoonlijkheid ten onder gaan, evenals het bewustzijn om aangesloten te zijn op veel grotere en belangrijkere dingen van de natuur. 29. Hoevaak denkt een mens wel niet : 'Mijn persoonlijkheid staat mij in de weg,' of 'mijn bewustzijn staat mij in de weg,' en vaak heeft de mens het niet eens door. Er is een veel grotere natuur. Deze natuur zal de stadse ziekte waarin de mens opgesloten wordt gehouden overweldigen. De natuur is het meer dan zat. Dit is niet eens een letterlijke oorlog of krachtmeting, maar een filosofie. Al vanaf het begin is het zo geweest dat de natuur de mens altijd overleefd. Koninkrijken komen en gaan, zoals ook steden, maar de natuur zal altijd blijven staan, en altijd het eerste en laatste woord hebben. De natuur staat niet op zichzelf. De natuur is slechts een metafoor van de filosofie. Ook de natuur moet plaatsmaken voor de filosofie, iets veel diepers. Natuur mag nooit overmoedig komen. 30. In den beginne was er de filosofie, en door de filosofie zijn alle dingen geworden. Wel schijnt het zo te zijn dat filosofie zich altijd uit door de natuur, en onlosmakelijk verbonden is aan de natuur. Toen de filosofie kwam volgde de 730 natuur direct. De filosofie is de eerste oorsprong, en de natuur de directe tweede, als een absolute noodzaak, anders zou de filosofie sterven. De natuur is het hart en de levensadem van de filosofie. Zonder de natuur is de filosofie dood, en zonder de filosofie is de natuur dood. Zowel de filosofie als de natuur staan niet op zichzelf. De filosofie geeft de grenzen aan van de natuur. Filosofie is de leer der tussenstappen. Filosofie is het proces van de natuur, en de natuur is het proces van de filosofie. 31. Er zijn krachten in het spel die dingen te snel vermenselijken en te snel verpersoonlijken, en het brengt oneindig leed. Daarom moet de natuur het afremmen, alles in de vertraging gooien en de persoonlijkheid en het daarbij horende bewustzijn doorsteken, verminderen. 32. Hoe zou de natuur zich ontwikkelen als die krachten er niet zouden zijn, en er waren geen mensen, geen persoonlijkheid en geen bewustzijn ? De zeeën zouden veel groter zijn, en de zee natuur zou zich veel beter kunnen uiten. 33. Stel je eens voor : geen mensheid, geen persoonlijkheid, geen bewustzijn, maar de filosofie zou zich uiten door de geheimen van de zee. Het komt alleen in

2241 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication