2256

vijand strijden, maar niemand is aan onze zijde. 54. Soms zijn wij de enige wakenden. Soms hebben we dan zelfs het gevoel dat God ons heeft verlaten, en dan roepen wij het uit : 'Mijn God, mijn God, waarom hebt gij mij verlaten, waarom juist nu ?' Maar dit is juist hoe de natuur werkt. De natuur zondert af, en neemt er slechts ééntje uit de grote massa. Deze uitverkiezing is en moet altijd eenzaam zijn, anders zou er nog teveel vleselijke beinvloeding zijn en zou alles sterven, zou alles het doel missen, misleid worden. Volg daarom nooit de massa's in het kwaad, maar wees uniek. Blijf natuurlijk, ook al gaat iedereen tegen je in. Wij moeten alleen het pad zien te vinden. 55. Het is de voorwaarde om opgenomen te worden. Twee zullen er in het veld zijn, en slechts één zal er aangenomen worden. Twee zullen in bed liggen en slechts één zal er opgenomen worden, en de ander zal achtergelaten worden. Twee zullen malen aan de molen, en één zal er opgenomen worden en de ander blijft achter. Dit is niet letterlijk, maar beeldspraak. 56. Het betekent dat je altijd weer verder moet, niet blijven waar je bent, niet zijn 746 zoals de anderen. 57. De ander om je heen is er om jou te beproeven, om jou proberen te misleiden, te verlokken, te verleiden. 'Kom, weest zoals ons, het zal je goed doen.' Deze beeldspraak gaat dus over alles achter je laten. We kunnen en mogen nergens aan vasthouden. We zijn op doortocht. Als grote massa's je volgen en ze zijn allemaal als jou, dan kan dat ervoor zorgen dat je indut en niet verder groeit. Het menselijk denken wordt hier vaak door bedrogen. Als grote massa's je volgen, dan zouden ze je weleens kunnen tegenhouden, als een blok aan je been. 58. Wil de mens afsterven aan het ergens bijhoren, en aan het meerderheidsargument ? Zij die ten hemel varen zijn een volk van eenlingen. Zij hebben de grote kudde's achtergelaten om te vechten tegen de onbekende, dreigende vijanden, om het ene verlorene te vinden. Zij gaan de wildernis in om te strijden tegen verwilderde beesten die eens de bron van alles roofden. Diep de wildernis gaan zij in, daar waar geen ander mens durft te komen. Zij betalen de volle prijs. 59. Oh, laat het zo zijn dat we zulke volle offers zullen brengen, opdat wij het geheim van het leven en het eeuwige leven zullen zien, wetende dat wij hierin

2257 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication