12. Vanwege het vlees, wat in ieder mens zit, en waar ieder mens mee geboren wordt, waar ieder mens mee te strijden heeft, wat ieder mens dient te overwinnen, zijn oude natuur. Je hebt te maken met een vleselijk zelf, of je daar nu iets aan kon doen of niet. Dat werd er gewoon ingespoten, dat erfde je gewoon over. Niet dat je daadwerkelijke schuld erft, maar de zonde zeer zeker wel, en zo groei je verslaafd op, aan de kettingen. 13. De geest van vanzelfsprekendheid heerst. Het schijnt normaal te zijn, vanzelfsprekend te zijn, dat je kunt ademen, lopen, bewegen, kunt zien en horen. De mens is er zo aan gewend dat de mens er niet eens meer van opkijkt. Dat je kunt spreken en denken, allemaal vanzelfsprekend denkt de mens, maar dat is helemaal niet zo. En omdat de mens er mee omgaat alsof het allemaal zo vanzelfsprekend is is het vaak ook zo vleselijk. 14. De mens is vandaag de dag overwaardig geworden, de mens van vandaag leeft in grote bluf, en het is allemaal opschepperij, aanmatigend gedrag. Dat begint al in het klein. 15. De mens moet loskomen van valse waarde, het valse aanmatigen, dat de 835 mens alles maar denkt te kunnen denken en zeggen. Daarom moet de mens zichzelf vernederen, en niet verhogen. De mens is geconditioneerd met hoogmoedswaanzin en meerderwaardigheidswaanzin, met een heleboel dingen. Dan moet die waarde omlaag. Dat kan met woorden en gebeden. 16. De mens heeft zichzelf dingen lopen toeeigenen die niet van de mens zijn, ook op het gebied van de relatie met God, en met al die overwaardigheid heeft de mens God verkracht, heeft de mens van God geroofd. 17. De mens moet weer zeggen : ‘Ik ben het niet waard te denken, te spreken, te bewegen, te zien, te horen, te wandelen. Gaat uit van mij, oh Woord, want ik ben het niet waard dat U bij mij bent.’ 18. Vernedert u voor het Woord, probeer het maar. Dan zal het Woord u leiden, en zal het Woord tot u komen. Het Woord is dichtbij de verslagenen van ziel, en de verbrokene van hart, dichtbij die beeft en weent voor zijn Woord, die zich niet waardig acht. 19. De mens zit stikvol met zowel negatieve als positieve vooroordelen, en dat moet eraf. Zo kan de natuur in balans
2346 Online Touch Home