2384

9. De vrucht van het lijden 1. De mens kan niet rechtstreeks in aanraking komen met het hogere. Daarvoor heeft de mens de spiegelingen nodig. 2. Vandaar dus ook de emanatie van het hogere tot het lagere, anders zou de mens zichzelf verwoesten. 3. Het pad leidt tot de wildernis, of tot de zee, in ieder geval terug tot de natuur. 4. Het pad is niet voor gelukszoekers en genotzoekers. Geluk en genot kan een sta in de weg zijn. 5. Dat moet nog allemaal ingehakt en verwerkt worden. Het zijn mijnen. Je bent dan in geheim gebied aangekomen, waar ze zich zo lang schuil hebben gehouden. 6. Het kwaad staat ook voor de valse zelfverwezenlijking, en als het een mens daarin heeft weten te strikken, dan geeft het kwaad vaak liever een soort van roes, zodat ze niet ontwaken. 7. De mens mag weer contact maken met de natuur die stelselmatig van de mens was weggekapt. De mens zit opgesloten in de stad en werd zo geconditioneerd met de stadse kijk op dingen, inclusief de kerkse kijk. De mens mag hiervan loskomen om zijn ziel open te stellen voor het natuurlijke, het diepere, wat niet aangetast is door de mens. 8. De natuur heeft nog steeds een bepaalde puurheid, alhoewel dan gaat het wel om de natuur-diepte die terug moet leiden tot wat verborgen wordt gehouden. De natuur op aarde is in die zin dus ook een voorhangsel en een heenwijzer, wat de mens wat meer creatieve inspiratie kan geven, ook doordat de natuur de mens even afzondert om de mens tot zichzelf te laten komen, zonder inmeng van anderen. 9. Omdat de mens voor een heleboel dingen nog niet klaar is, omdat zijn hersenen dat nog niet kunnen verwerken, vanwege dat de mensheid nog maar aan het begin staat, hebben de hersenen eenvoudige vormen gemaakt waardoor hij dus beter dingen kan verwerken. Hoe de mens dingen ervaart is dus hoe zijn hersenen het vertalen. 10. Hierin zijn zowel verschillen als overeenkomsten in vergelijking met anderen. Maar er gaat dus in alle 874

2385 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication