2458

1. Wij zijn altijd mijnwerkers en duikers geweest. Blijf niet achter in het mijnenwerk, want de gevolgen zullen niet te overzien zijn. 2. Ja, de verleidingen zijn zwaar. Het zwijn bij de boom met verboden vruchten, vruchten van hebzucht en slaapzucht. Laat me slapen, ik wil niet ontwaken. 3. En toch wijst God dan in grote zorg op het zoonschap, op het worden van een kind. 4. Weent over uw zonden, over uw hoogmoed en vrijheidszucht. De ware vrijheid is namelijk in de hemelse gebondenheid. 5. En dan wordt het wenende kind opgeroepen tot de oorlog tegen het vlees in het psalmelijke. God bekommert zich niet om het gejammer, want God wil niet dat je verslonden wordt door de zonde. 6. Daarom heeft God liever dat je weent van de stokslag dan dat je lachend en schuimend afdrijft in dronkenschap. Weent over de zonde. Dat is het enige wat mag wellen in je, dat je weet hoe groot de zonde en ellende is opdat je godvruchtig hierin kan leven, want dan pas kan het sterven. 948 7. Ik ken de duizenden drogredenen van mensen om maar niet in de mijnen te hoeven werken. Ik kan ze wel dromen. Het is allemaal standaard. Standaard truukjes van de zwijnen. Ze stellen het altijd weer beter voor dan het is. 8. Als we niet in het zoonschap zijn, dan hebben we de hemelse wildernis moeder dus ook niet. 9. Het ijdele vermaak heeft hen alleen maar een tijdelijke rust gebracht. 10. Och ziet u, ze hebben het zoonschap niet aanvaard. 11. Er is een zwijnendrugs, een vuil spel, het goud der dwazen. Het is zwijnengoud. Ben je ervoor gevallen ? Maak dan dat je daar wegkomt en keer weer terug tot soberheid. 12. Keer terug tot de mijnen, keer terug tot het zoonschap. Het draagt de woede tot de zonde nog in zich. Laat dat niet sterven, want dan is alles verloren. 13. Ik zie die woede niet in de wereld. Het is er niet. Het is niet in het modernisme. Die hebben alles lopen omdraaien, die lopen de opwellingen van het vlees na en hebben berouw dat ze ooit

2459 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication