2504

3. Met Kant kwam die nieuwe 'God', de hemelse Rede, wat al door de filosoof Spinoza was gesteld. Deze 'God' was zowel de Rede als de Natuur, niet meer de mens als centrum. Voor de mens die altijd zichzelf als God had gezien was dit een hele vreemde God die gekomen was, de Kantiaanse God. Maar deze God sloeg in als een bom. 4. Niemand kon nog aan deze God ontkomen. Het was een buitenaardse werkelijkheid die zich opdrong aan de onderdrukte aarde. Het was een grote bevrijding voor de aarde en het denken van de mens. De Kantiaanse God was zelf-verantwoordelijkheid, maar dat was juist de poort tot vrijheid, want wie anderen zou bevrijden zou zichzelf bevrijden. Kant was dus een grote verzetsstrijder tegen de tirannie van de kerk en het materialisme. De Kantiaanse God kwam niet zozeer met profeten, maar met filosofen. 5. Er was dus een tweede Luther gekomen, die ditmaal niet slechts zijn stellingen op de kerkpoort plakte, maar de kerkpoort openbrak. 6. De Kantiaanse God wond er geen doekjes om : de hele werkelijkheid was slechts een verschijningsvorm, en vals, en daarmee ook de kerk. De kerk had bij 994 voorbaat de strijd al verloren. Kant gooide de poorten van de kerk wagenwijd open. Niemand kon het nog stoppen. Wel waren er dus veel mijnen gelegd aan weerszijden van het pad, en zouden er als gevolg vele pseudo-Kantiaanse bewegingen ontstaan. 7. Ook de Kantiaanse God zou verdraaid worden, en het zou zijn hoogtepunt hebben in de jaren 1900 en daarna de jaren 2000. De mens moest terugkeren tot de Kantiaanse God. De mens was van het pad afgeweken. De mens moest dus terugkeren tot de jaren 1700 en 1800. Hier lag een belangrijk fundament, een belangrijke oorsprong, waarvan de mens was afgeweken. De jaren 1900 en de jaren 2000 waren de jaren in de klauwen van de oneindig sluwe bacillen die het aardrijk opnieuw hadden bedrogen. 8. In de jaren 1700 en 1800 ligt de mens tussen kerk en materialisme in. Hier tussendoor ligt een pad. De exodus moet zich verdiepen, dieper de wildernis in van 1700 en 1800, om zo niet net zoals Mozes overmoedig een stad te bouwen. De mens moest volhouden in het hongeren, totdat de mens aangekomen zou zijn in het Kantiaanse beloofde land. 9. Er kwam een nieuw begrip over god, want het oude begrip deugde niet. De

2505 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication