2581

Uw gesel leidt mij, doet mij ontwaken, en bewerkt het goede in mij. 11. Uw gesel is mijn oor oh God, opdat ik zal horen van uw onderwijs, Uw gesel is mijn oog, opdat mij niet zal ontgaan wat u aan mij laat zien. Wanneer ik moede ben, dan geeft uw gesel mij kracht. Uw woord is in uw gesel, en uw herinnering. Ja, bitter is haar melk, om haar kind te sterken. 12. Wij moeten het lijden aanvaarden. Er zijn velen om ons heen die veel klagen en geen onderwijs aannemen, en ook het lijden niet aanvaarden. 13. De mens moet beseffen dat de mens deze tucht nodig heeft. Zij die altijd maar klagen en hun kinderen niet onderwijzen verbitteren hun kinderen. God slaapt en houdt zich doof voor een reden. Er is een diepere wereld. God is in dromen. 1. Egypte was het beeld van de opvoeding, en toen moest het volk tot het beloofde land. De huidige samenleving is gebaseerd op een hoop speculatie. 2. De mens vereerde slechts mensen. De tradities en voorouders moesten in ere gehouden worden, dus het volk ging nooit het beloofde land in. 3. God slaapt en houdt zich doof, want het gaat niet eens om deze realiteit. De mens moet de andere realiteit zien. God handelt niet in deze realiteit. 4. Zijn wij zo onverschillig geworden dat we zeggen : 'Het is nu eenmaal zo.' Onverschilligheid heeft de mens nooit verder gebracht, en het is dodelijk in combinatie met speculatie. Spijbelaars speculeren. School is niet iets om onverschillig over te zijn, maar allereerst hebben we te strijden tegen de school van spijbelaars, de pseudo-school van dwang en misleiding. 5. Opname houdt ook in dat wij God opnemen, oftewel in ons laten wonen. 40. De worsteling tussen het zwijnenzaad en het vrouwenzaad 6. Het offer moet volledig zijn. De mens mag niets voor God achterhouden, het offer mag niet in gebreke blijven. 7. Het is belangrijk dat er allereerst een 1071

2582 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication