2611

in het zoeken van het pad. Al het andere is slechts tijdelijk, en zal instorten uiteindelijk. 16. Een mens moet dan wel dromen, want alleen komt de mens er niet uit. De mens moet wel slapen, om ook de andere kant van het verhaal te kunnen zien : hoor en wederhoor. 17. Het leven is geen markt, maar de natuur, en die is ondoorgrondelijk, en kan niet beschreven worden door een markt. 18. We zien de angsten van de psalmist. De onbesnedenen proberen munt te slaan uit de angsten en pijnen van de mens. 19. De Israelitische literatuur geeft een veel grotere waarde aan angst, depressie en boosheid, en beziet ze in een veel grotere context. 20. De psalmist veracht zijn visioenen van toorn niet, en herkent hierin de woede tegen de zonde. 21. De onbesnedenen rekenen niet met zulke visioenen, want ze hebben de zonde en het vlees als hun schuilplaats. 22. Daarom willen ze niks weten van God's toorn over het vlees en verachten ze het. 1101 23. Dat ze zichzelf hiermee ten gronde richten mag duidelijk zijn. 24. De macht van de onbesnedene is slechts tijdelijk. Hun zaad zal uitsterven omdat het ten dode leidt. 56. Ahn en de leeuw 1. De mens moet eerst zwak worden om zo onttrokken te worden aan de zonde. Zij die sterk willen zijn vallen in een strik. 2. De onbesnedenen zijn onder de vloek van het positieve. 3. Het vlees zal achterblijven, want hun woekerrentenieren is ten einde gekomen. Het is tegen hen gaan keren, en ze hebben geen vleugels om mee te gaan met het geestelijke, omdat ze altijd de studie hebben tegengewerkt. 4. Zij zijn niet voorbereid op de toekomst. Zij hebben altijd roddelfabels geloofd. Nu werkt het tegen hen.

2612 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication