2639

wordt in de stad belachelijk gemaakt. 36. De mens ging terug naar de natuurkennis, en de diepere, vergeten lagen van het indiaanse oorspronkelijke Amerika werden bereikt, over een grote rivier. De zestiger jaren zouden altijd met de mens meegaan. 37. Eerst moet de mens door de valse verschijnselen heen om daardoor getest te worden. 38. Alleen de orkaan kan haar weg er doorheen vinden. 39. Zijn tranen waren van bloed, die zich mengden met het water. De zee was wild, en hij strompelde in het water, verder en verder, daar waar de golven hem meenamen. 40. Heb deel aan de vertraging. Het laat de verborgen dingen zien, dat wat ertussen zit. De snelheid kan het niet laten zien. 41. Hier stopt alle tijd. Alles gaat hier terug naar het verleden. Het geheim van de eeuwige jeugd is hier. 42. Het komt in fragmenten en lagen. 43. De wilde jongens worden geroepen door de natuurbronnen, maar hun roeping 1129 44. Tahulen omsingelt hen, maar de steden willen de wilde jongens niet laten gaan, en de wilde jongens moeten zelf leren strijden, zelf geoefend worden, geleerd. Ze moeten een ontmoeting hebben met haar. 45. Zonder de slagen van de gesel zullen de wilde jongens weer indutten en nergens komen. Zij is de geleerdheid, de geoefendheid. Haar gesel roept hen. 46. Zij worden opgenomen in het boom geheimenis, de wereldboom, die alle werelden met elkaar verbindt. Hier leidt de ragnarok naartoe. 47. Zo ontkomen zij aan de klauwen van het zombie wereldrijk. Het is zombie tegen plant. Het zombie wereldrijk is als de mest waardoor de boom groeit en vruchtbaar wordt. De planten omsingelen de steden. Ze willen naar binnen. Ze zullen binnengroeien, om de wilde jongens op te nemen. Zij worden geroepen door de natuurbronnen in de wildernis. 48. Moeder natuur roept haar kinderen. De steden zijn schepen op een woeste zee, maar ze hebben allemaal lekken. De school is zinkende. En de boeken worden

2640 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication