2702

16. En U gaf mij sleutelen tot nieuwe liederen, en zij waren bitter en zoet. En ik was bevreesd voor de woede, want het brandde alles weg, maar U gaf mij zoete woede. 17. U heeft mij gebracht tot een bitter land, gaf mij bittere vruchten te eten, maar in mijn buik werd alles zoet. En U gaf mij zoete wraak. Hij gaf mij een nieuw lied, om heersers te binden, en om grootbezitters tot onderwerping te brengen. 18. Ja, buigt nu allen tot de hemel, die woont op de liederen van het tweede. 19. U leidde mij tot een bitter land, mijn wonden zijn bitter. Ja, bittere graven geeft Hij, totdat de nachtvlinder oprijst. Met mijn hoofd in bijennesten raakte mijn tong het zoete, ja, om eeuwig in u te sterven, totdat de nachtvlinder oprijst. 20. Zalig zijn zij die zien wat de hemel ziet. Leid mij tot een nieuw land, doe honing neerdalen op uw volk. 21. U bracht mij tot een bitter land, en de nachtvlinder ging mij voor, en bracht mij nieuwe vleugelen, om heidenen te slaan. 22. Ja, zwaar tuchtigt U hen die de afgoden volgen. U gaf mij een nieuw lied, en liet de wateren dalen. 23. Vernedert u dan voor de hemel, en 1192 wast uw gezicht. Weent dan om hen die overmatig lachen. En weest vederlicht in zoete wraak, opdat zij uw vlees niet eten en uw wonden niet bloot zien staan. 24. Aanvaard het lijden en het ijs dat zij brengen als een geschenk des hemels, opdat hemelse wateren zullen vloeien van de wonden, en gij het zoete zult zien. 25. Veelvuldig heb ik naar u uitgekeken in mijn afgrond, terwijl U als een rivier brulde en bruiste in de verte. Daar waar de uwen samenkomen, daar heb ik uw stem gehoord. 26. Geeft mij de vleugelen des hemels en de sleutels van het paradijs. Ik zal wederom binnengaan, zoals ik dat deed voorheen. 27. Ik heb de sleutelen van Uw Woord. Uw dienstknechten hebben geheimenissen gesproken. 28. Verdrukkers verbrijzelt U tegen uw gesteente. Nu zijn wij dan gekomen, tot de gebergten van de hemelen. 29. Ik vlieg hoog, op de vleugels van de hemel. 30. U bracht mij tot de dikke honing van de hemelen. Gij hebt mij gevormd en gewrocht in het verborgene, gehuld in uw geheimenissen. 31. De beesten van mijn ziel hebt gij

2703 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication