tot hen die Haar haten. 18. Zij zullen oproepen tot bekering, en zij zullen in grote afzondering leven. 8. Haar speer is tegen hen die Haar haten. Grote slachtingen richt Zij aan in Haar toorn. 9. Grote slachtingen verricht zij in de steden, en neemt vele krijgsgevangenen mede. 10. Zalig de rechtvaardigen, want zij zullen wederomgeboren worden in Haar moederschoot. 11. Maar een storm zal Zij uitzenden tot hen die Haar niet vrezen. 12. En de grond zal vruchtbaar zijn door het bloed van de vijanden, en daarop zal Haar tent opgericht worden. 13. En zij zal Haarzelf voorbereiden op de hemelse jacht, en Zij zal het loon herstellen. 14. Zo zal er een dag zijn tegen allen die Haar niet vrezen. 15. En Zij zal neerhalen alle afgoden die zij hebben gemaakt. 16. Haar Woord zal regeren op aarde, en zal sterken neerhalen. Zij die Haar volgen zullen vermeerderen in kennis, en zij zullen de aarde oordelen. 17. Zij zullen anders zijn dan de anderen, en zij zullen de afvalligheid streng veroordelen. 1208 28. Psalm van de wilde rode bloemen 1. De vijand is als een stok en een gesel in haar hand. Zij spaart de roede niet. 2. Kus de roede, opdat gij niet valle. Houdt u vast aan Haar gesel, opdat Zij u niet zal verwijderen. 3. Komt dan tot de stilte, waar gij hemelse gebeden zult vinden. 4. In het gevecht tegen het grote beest heeft Zij een speer met een haak eraan. Het woord van het beest wringt zij uit, opdat het ter aarde valt. Maar het zaad zal 19. Zij zullen in duisternis naar Haar zoeken. 20. Bedrog op bedrog geeft Zij hen die bedriegen. 21. Haar legers zijn in oorlog tegen de grote stad. Langzaam zal zij het veranderen. 22. Zij die haar haten hebben vele afgoden.
2719 Online Touch Home