2755

18. Het water stroomt en stroomt maar, de zeespiegel altijd hoger, soms is het beter zelf water te zijn, zelf zijn als de golven 19. Maar de wind, mijn kind, spreekt onverstaanbare talen, De wind hoort je niet, neemt je op, en slingert je gewoon een eind weg 20. En de wind bewaakt het water, doet het water oprijzen, oh, hoe geweldig moet het zijn om te kunnen vliegen, als de wind, het is iets om over te dromen, het is iets om te oefenen, 21. Daar geef je misschien alles voor op, maar waar is het ? als je het ziet is het al weer weg, het hoort je niet, en spreekt onverstaanbare talen, het kent je pijnen niet, en niet je moeiten, het is immers de wind, neemt je op, en slingert je weg, om een nieuw leven te kunnen beginnen 15. Geleid door het geestelijke 1. Er zijn een heleboel vijanden in de onthechting die jacht maken als je probeert te onthechten. 2. Ze zullen op je schuld gevoel proberen in te werken, op je gemis en heimwee. Al met al is onthechten niet eenvoudig. 3. De natuur helpt in ieder geval met onthechten. Aan het einde van elke dag val je vanzelf in slaap en ben je in een andere wereld. Als je dan opstaat begint de nachtmerrie weer. 4. We zijn in de wereld maar niet van de wereld. De vleselijke realiteit is een bepaalde zienswijze, en zo is de onthechting ook een bepaalde zienswijze. Je zicht moet veranderen. Er is een strijd om het oog, en ook om de manier waarop je luistert, om het oor, en er is een strijd om je hart en verstand. 5. Als je dan met je bootje naar zee gaat om te onthechten, dan laten ze je heus niet zomaar gaan. Het leven moet doorleefd worden, en eerst is er het verkeerde, oftewel het omgekeerde, het verwarde. 1245

2756 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication