zou komen. strekken naar het heilige vreemde, om zo in heilige tongen te spreken. 63. De mens ging in geheel andere ketenen, en de ketenen van de stad werden verbroken. De mens werd van zijn snelle paard geschoten. 64. De mensheid spreekt al in tongen. Het zijn de tongen van de stad, het oude vertrouwde. Deze tongen beheersen de mensheid. Vurig beroeren zij het menselijke verstand. Deze tongen zijn hysterisch. Ze willen de mens leiden, besturen, controleren. Het zijn de tongen van de heks van het conformisme en comfortisme, Kakia. Het heeft zich diep in de hoofden van de mensheid genesteld, zodat de mens het vreemde niet kent. Nee, de mens heeft de vreemde tongen nog niet ontvangen. 65. De stadse tongen verwennen de mens, geven de mens eigengerechtigheid, maar de vreemde tongen gaan dwars in tegen het vertrouwde. 66. De sobere leidt terug naar Ismael die in vijandschap leefde tegen iedere man, die geen compromissen sloot en een eenling was die zich onderworp aan het vreemde in de wildernis, aan Rebekkah. 67. Dat is waar de pelgrimstocht om draait. De mens dient zich ernstig uit te 1284 68. Ik kom tot u, oh heilige vreemde, Ik ontvang u. Ik kom hongerend tot u, minderend, en geduldig. Ik ontvang u en aanvaard uw visnet. Wees welkom in mijn leven. Kom, oh heilige vreemde, En was mij schoon. 69. De mens moet terugkeren tot de oerrivier van het vreemde. Kakia geeft de mens haar gif. De mens is verkocht. De mens is geestelijk invalide geraakt door haar in zijn hart te nemen, in plaats van het heilige vreemde. De mens is de vijand van de natuur. 70. De mens is al dood. De mens heeft de tongen van Kakia in het hoofd, die telkens tot haar bidden. De mens ziet het niet. 11. De tongen van Kakia 1. De mens dient de vreemde tongen te
2795 Online Touch Home