13. Adam en de boom van het vreemde 1. Adam kwam tot de boom van het vreemde. Het volk werd zeer Ismaelitisch, oftewel vijandig naar iedere andere man. En dat was belangrijk op het pad van de eenling. 2. Het ravijn komt voort vanuit Ismael. Vertrouw niemand, test alles. Dat is het geheim van de heilige gebondenheid door het heilige vreemde. Wie komt tot dit ravijn vandaag de dag ? Alleen de eenling. En de eenling leert hiervoor de logistiek. 3. De valse logistiek leidt de gevallen mens, zeer gecalculeerd. Kijk ze eens protsen op hun hoge schepen. Kijk ze eens protsen met hun grote bumpers. Neen. Zij aanvaarden het visnet van het heilige vreemde niet. Zij zijn slaven van het comfortisme. Alleen het ravijn kan terugleiden tot de natuur. Als de hoog opgetrokken borsten van de man zijn verbroken. Ismael leidt een volk van asceten, van eenlingen. 4. Ook Sefanja was als een Ismael, en predikte tegen alle mensen, alhoewel hij stelde dat er een overblijfsel zou zijn. Hij predikte tegen de mannen die dik op hun droesem waren geworden. Dit gaat over hun weelde. 5. Ook Sefanja vermaande het volk en spoorde hen aan de tucht te aanvaarden. 6. De eenlingen zullen tot het overblijfsel behoren. 7. De mens mag niks met de massa ophebben. De mens mag niet met de massa flirten. Laat hen maar verzamelen, opdat je zelf wordt afgezonderd. 8. Voor de heilige is de ware samenkomst in het Hebreeuws het zelfonderzoek. De eenling moet het ravijn in, de afzondering. 9. Door vermaak en koopziekte wordt de eenling door de massa in de steek gelaten, wordt verworpen, maar dat wat er bij God is is beter dan vermaak en handel. God is de beste voorziener. 10. Het volk Israel was geheel verstrooid tot kleine groepen, die allemaal weer hun eigen verhalen hadden los van elkaar. 11. Het was dus geen eenheid. Het liep 1287
2798 Online Touch Home