oorlogsvoering. kijken. 26. De rode bron 1. Een heleboel mensen vrezen de wildernis, omdat het een beeld is van de eenzaamheid waar je je niet meer achter een groep, een masker, kunt verschuilen. Het is een beeld van de naaktheid, de ontmaskering, de openbaring. 2. De eenzaamheid is slechts een beeld van het persoonlijke contact, de persoonlijke ervaring, met de wildernis. We kunnen ons in die zin niet achter de ander verschuilen. 3. De mens moet 'alleen' komen. Daartoe was het hemelse touw in de woestijn gekomen, het touw in de woestijn. Het was het touw van de eenzaamheid, van de persoonlijkheid. De mens moest stoppen 'de groep' als een uitvlucht te gebruiken. 4. Eerst werd het volk in de wildernis gebeten door de slangen, opdat hun groeps-ego zou afsterven. Toen mochten ze persoonlijk tot leven komen door naar het hemelse touw van de wildernis te 1362 5. Toen farao Achnaton, ook wel Khenaten genoemd, kwam, bracht hij een reformatie in Egypte tegen de priesterorde die corrupt was geworden. Hij ging in tegen de massa, en stelde dat de mens moest terugkeren tot de aten, de rode schijf, of rode planeet, de baarmoeder, om wedergeboren te worden, vernieuwd. De Egyptenaar moest gereformeerd worden. 6. Het werd tot de mythe van Khen-aten, wat betekent : succesvol voor aten, als dienstknecht van aten, brenger van het woord van aten. In het Aramees werd khaen opgenomen tot tentendienst. 7. Daarom hadden de farao's vaak rechtopstaande slangen op hun kronen, als de touwen van de aten, de rode planeet, die de mens opnamen. In de Khenaten mythe kwamen er touwen voort vanuit de rode planeet om de mens te grijpen, als de stralen van de rode planeet. 8. Het volk moest heropgevoed worden door het hemelse touw, om zo tentendienst te verrichten in de wildernis, nadat het volk was losgekocht van de touwen van de stad. 9. Als de ziel dieper in het reusachtige
2873 Online Touch Home