2931

realiteit te zijn, wat dat dan ook mag wezen. De mens moet eerst goed wakker geschud worden. Het bestaan van de mens is zwaar overschat. Dat de mens probeert te overleven heeft niets te maken met de waarheid. De mens heeft helemaal de organen niet om realiteit te onderscheiden van wat niet waar is. Als er ergens een ware wereld is, dan is dit niet de wereld van de mens. De mens is een bedrogen schepsel. De mens moet nog geschapen worden. 92. De lagere mens van het ego is ten prooi gevallen aan systematische vervalsing. 93. Er is een ras, een mens, wat zeer trots is op zichzelf, die altijd over andere rassen denkt als lagere rassen dan hemzelf, met minder waarde. Het ziet het vreemde en onbekende altijd als zijn vijand. Dit ras is niet leergierig, en verwerpt altijd het vreemde zonder meer, en zou nooit toegeven dat een ander soort het ware soort zou zijn. 94. Ze vechten niet voor kennis, maar voor macht. Waarden worden niet verder verdiept, maar tot objecten gemaakt. 95. Ze vallen ervoor als kalveren voor de slacht, omdat ze de filosofie niet kennen. Het wordt hun wijsgemaakt dat dit het 1421 leven is, dat dit goed is, en zo hoort, dus is het de waarheid en is het mooi, omdat ze zelf niet nadenken. Het zijn kudde dieren, ontrouw aan de hemelse filosofie. 96. Let goed op deze stelling : Zij die leven door uiterlijkheden en niet door filosofie zullen de uiterlijkheden verdraaien, en zullen hun esthetische zintuig verliezen. Dat is de grote tragiek ervan. Ze zullen dus aangetrokken worden door alles was onesthetisch is, drogredenen over het uiterlijk enzovoorts, dwalende zelf-belangrijkheid. Dit is de schepping door de mens, wat geen schepping is. Die creativiteit hebben ze niet eens. De schepping moet dus nog komen. Buigen in het stof voor Areta, of voor Kakia. Zij die in het midden blijven vallen ook ten prooi aan de hevig opgemaakte en verleidelijke Kakia. 34. Het evangelie van de eenling

2932 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication