2938

schoonheid verloren. Hij gebruikt zijn verslaafdheid aan aardse schoonheid als een schuilplaats tegen zijn smetvolle hart. Elke keer dat hij redeloos denkt en spreekt over lagere aardse schoonheid, stadse schoonheid, dan verlaagt hij hiermee zijn intelligentie peil, dan vreet het aan zijn intellect. Het druppelt. Dan moet je opgroeien met aardse egoisten om je heen die het altijd hebben over uiterlijkheden, terwijl je snakt naar wat diepte. 9. Het zoeken en dienen van de aardse afgoden leidt altijd weer tot de grootste vernedering. 10. Napoleon beschouwde de massa's als zijn vijand. Alhoewel corrupt zag Nietzsche in hem een hoger, abstract medicijn. Nietzsche was de Napoleon van de filosofie, een nihilistisch strateeg in oorlog met de massabeelden. De hogere man is Napoleonitisch, die boven de kuddes staat, ver van hen verwijderd, maar Nietzsche zag de letterlijke Napoleon als een gevallen man, dus hij gebruikte alleen het archetype Napoleon, de kunstvorm Napoleon. 11. De mens was in de ogen van Nietzsche maar fragiel, en het politieke gebied was te gevaarlijk. Er was een andere, diepere weg. Nietzsche zag het 1428 Napoleonitische als een herberg voor de vermoeide reiziger, maar Napoleon zelf was niet iets waar hij teveel bij stil wilde staan. Maar Napoleon als archetype voor de eenling zag hij als de staat van uitzondering. In dat opzicht is Napoleon het rolmodel voor de Nietzscheaan, maar niet in letterlijke zin. Hij was in die zin geinteresseerd in de psychologie achter het Napoleon personage in de diepere zin van het woord. Hij voelde dat er ergens een sleutel zat in het Napoleon-enigma, iets wat hij niet wilde missen, en zonder welk zijn gehele filosofie zou instorten. Hij moest en zou zijn eigen Napoleon worden op dit strijdveld van de filosofie. Het was Nietzsche tegen de massabeelden. Napoleon was de sleutel tot dit museum van de massa-beelden, en tegelijkertijd de moker om deze beelden tegen de vlakte te slaan. Er zou een nieuwe beeldenstorm moeten komen. Napoleon was in zijn ogen de meest afgezonderde mens en eenling, maar het probleem lag erin dat Napoleon een mengsel was van het onmenselijke en het bovenmenselijke, en dat hij vlees was geworden in die hoedanigheid. Nietzsche moest het Napoleonitische archetype weer rechtzetten. 12. Toch noemt Nietzsche Napoleon ook de incarnatie van het nobele ideaal, maar dat moet men begrijpen. Hij danst om

2939 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication