2941

mogen worden. Nietzsche zou het dit keer goed doen. Napoleon was te belangrijk voor het hogere ras. 20. Napoleon minachtte de massa's, hoe ze werden gedreven door ziekelijke overbelangrijkheid van hun eigen kleine waanbeelden. Napoleon stelde dat de echte waarheid nog niet eens half zo belangrijk is dan wat ze denken dat hun eigen waarheden zijn. Het ziekelijke belangrijk doen was iets van kleinzieligen, kortzichtigen, maar Nietzsche stelde dat Napoleon uiteindelijk streed tegen zijn eigen hoge idealen en daardoor viel. Hij viel uit zijn eigen filosofische hemel. 21. Napoleon was een privé persoon, private investigations, die leefde met verbale vermommingen om zijn privé terrein te bewaken, en hij raadde dit ook anderen aan die naast hem stonden. Hij zag de massa's als roofdieren die misleid moesten worden in die zin, afgeleid. Hij wilde zijn gedachten niet blootleggen. Hij verschool ze achter andere begrippen. Hij gebruikte pretentie, bedrog, misrepresentatie en zelfs hypocrisy en opschepping om zichzelf te versluieren. De massa's waren hem niet waard. Zij waren zijn natuurlijke vijand. Napoleon dacht strategisch en gaf niet toe aan de nieuwsgierigheid van de massa's. Het was 1431 een soort escapisme wat hij bedreef, en Nietzsche nam dit over, want het schepte afstand. Dat hierdoor veel misverstand zou komen moest dan maar, want de massa's moesten en zouden beelden maken, maar Nietzsche zou niet voor ze buigen. Mensen spraken toch wel, of je nu iets zei of niets zei. Ze verdraaiden het zoals zij het wilden. Daarom waren de massa's de grote vijand, en die moesten bedrogen worden. Nietzsche predikte voor de eenling, niet de massa's. Dat had hij van Napoleon geleerd. Het kwam van Plato's 'nobele leugen'. Het was een noodzakelijk filosofisch principe om niet je schuilplaats aan de massa's te verraden. Het was een absolute noodzaak in het ontsnappings proces uit de giftige klauwen en kerkers van de massa. De massa was een totaal uit de hand gelopen, hysterisch beest, wat eenlingen zocht om hen te verslinden en in hem op te nemen, te assimileren. Er mocht geen medelijden met dit beest van het ego zijn, stelde Nietzsche, want dan zou de eenling eraan gaan. 22. Napoleon stelde dat wat voor de eenlingen het tijdperk van de illusies is voor de massa's het tijdperk van geluk is. Geluk stond boven kennis, boven de logos, bij de massa's, door het kudde instinct, stelde Nietzsche, en dat was tegelijkertijd het probleem. Het was zo'n

2942 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication