5. Dit is ook ter ontnuchtering, dat de mens moet leren roeien met de riemen die hij heeft. 6. De mens moet het lijden leren dragen en dingen verdiepen, want het goede komt altijd maar één keer, en dan is het weg. 7. Zo leert de mens het weinige van het goede volgen en er gevoelig voor worden om het in zichzelf te ontwikkelen en het ook te worden. 8. Vastgroeien is namelijk altijd een gevaar, en daarom krijgt de mens van niets teveel. 9. De mens mag de natuurgrenzen niet over. De mens moet geduld leren en dankbaar zijn met wat hij heeft. Het gaat om het kleine, en het verborgene. Het gaat om de puzzel. Het is er niet buiten, maar het is er in. 10. Als de mens naar buiten gaat is er altijd een zekere grens aan verbonden, is de mens altijd aan een zeker touw gebonden, en moet de mens terug om er dieper in te gaan. 11. Alles geeft 1480 terugkoppeling. Volkomen loskomen van de geschiedenis is dus onmogelijk, omdat je altijd schatplicht hebt, oftewel belasting moet betalen aan het verleden, opdat het tot hogere vormen kan komen. 12. Er moet dus een zekere balans zijn tussen voortgang en teruggang. 13. Er moet dus eerst aan de nodige voorwaarden voldaan zijn alvorens naar buiten te treden. De mens mag dus niet hoger gaan dan zijn voegen. 4. Mensen niet naar de mond praten 1. We moeten het brengen zoals we het op ons hart krijgen, zoals we het gedroomd hebben, niet om het hapklaar te maken voor de mensen en om mensen naar de mond te praten. Ik geef u rauwe, ruige natuur des hemels. Het is over het hek heen. 2. Tijd om te ontwaken, tijd om te leren. Er is nog zoveel te leren. Je bent nooit te oud of volwassen om te leren. 3. De pijlen gaan door het vlees, opdat de hoogmoed der mensen ons niet kan
2991 Online Touch Home