11. In het verborgene, wat hetzelfde is als stomheid, het niet spreken, geeft God hem oorlogs-taktieken. 12. Ook bidt hij dat hij gevestigd mag worden tussen de ingewanden van offerdieren, Qereb, als overwinning over het oervlees. 13. Ahn wil naderen tot de Vreze des Heeren. Het is dus eigenlijk een heel dubbel gebed, een worsteling. 14. We zien we de pijlen van de Vreze des Heeren, als terreuren, komen over Ahn. Zijn ziel is inmiddels tussen de ingewanden van offerdieren, de oerzonden, beland. 15. We zien dat Vreze hem heeft overweldigd als een bedekking van bescherming, ook als kledingstukken, huiden van offerdieren, verslagen vijanden. We moeten dus komen tot de kledingstukken van de Vreze des Heeren. 16. Zo kon Job afdalen tot de dieptes van de ziel, tot de bitterheden. 17. Ahn vluchtte voor bescherming tot de rok van God. 18. Ahn bidt om Edom in te gaan, het 337 land van de jacht, van Ezau. 19. Ahn's ziel wacht op God, is stil. Van God komt zijn Yeshuwah, zijn volharding. 20. God is zijn rots, en zijn Yeshuwah. God is zijn bescherming, Misgab, zijn veilige en geheime hoogte, het pad tot de baarmoeder. 21. Dan gebiedt Ahn zijn ziel om stil te worden, stom, om alleen op God te wachten. Dit is dus de weg tot God, en het is dus een diep gedeelte van de Adamah. 22. Zijn lichaam verlangt naar God, en dit verlangen is nogal groot, tot het punt van goddelijke verlamdheid. 23. Hij herinnert God in zijn bed, waar hij kreunt, mediteert, dierlijke geluiden voortbrengt, en fantaseert, Hagah, in de nachtwakes. In de duisternis en de vluchtigheid van de rok van God, in de goddelijke moederschoot, roept Ahn aanhoudelijk tot God. 24. Zaralahm is de wederopbouw van het oervlees, van de oerzonden. 25. Zaralahm was de openbaring van de
338 Online Touch Home