386

weelderig is. 39. Laat dan het kruid des Heeren uwen harten genezen, en zoekt de dingen die van binnen zijn. 40. Gij hebt enkelen onder u die in diepe zonden leven, maar de Heere heeft het reeds nog niet geopenbaard. 41. Wacht dan op het Woord des Heeren, en ziet wat de Heere zal gaan doen. 42. Ja, de Heere heeft u gesteld als zifters, en spoedig zal de Heere u uitzenden om het kaf van het koren te scheiden. 43. Ja, ook hierin weet gij het lijden en het ijs te dragen. 44. Ja, de Heere ziet de volmaaktheden onder u en is daar zeer over verheugd. Keert dan niet terug tot het eerste Laodicea, want de Heere zal u dan reeds spoedig slaan. 45. Ook de heilige bron van Laodicea krijgt de adelaarsvleugelen, zoals de heilige vrouw, en komt tot haar schuilplaats in de wildernis. Hier zijn de uitzichten en rijkdommen van God. 46. Zijn wij dan niet allen bouwers van de tentendienst door ons eigen bloed te geven ? 47. Daarom zij mijn hart niet bezwaard. 386 Ik heb de goede strijd gestreden, en mijn ziel kijkt uit op de hemelse wouden tot aan het woud des Heeren. 48. Wij ontvangen visioenen door het lijden en niet door drank. De wonden des Heeren zijn ogen geworden. 49. Heilig is de Heere, Heilig is de Naam des Heeren, laat het Koninkrijk komen, nu het eerste voorbij is gegaan. 50. Grote Zegen heeft de Heere weggelegd voor hen die de hemelse geboden bewaren. 51. En deze zaligheid is groter dan het eerste. Zou het toekomende van God dan geringer zijn dan dat wat alreeds geschied is ? De Heere bewaart dan het beste voor het laatst. 52. Zou dan het binnenste van God minder zalig zijn dan het buitenste ? Gij zijt dan genaderd tot het binnenste van God. 53. Zij die Zich weldra opmaakt om te spreken. Ik zal de rest van Mijn dagen verblijven in het Huis des Heeren, om het hemelse te doorvorsen. 54. Ik dan zal boven komen, om de monsters van beneden te kunnen zien. Ik

387 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication