418

163. Job wil terug naar de moederschoot, en in zijn pijn wilde hij wel dat hij daar altijd was gebleven, en daar was gestorven, zodat hij niet door al deze dingen heen moest gaan. Hij voelde zich levende in slavernij, en wilde wel dat hij een misgeboorte was, dat hij gewoon een gevangene zou zijn op die plaats waar hij de stem van de drijver niet zou horen. 164. Hij verlangde terug te gaan. Hij vervloekte zijn geboorte dag. Er is een plaats voordat de moederschoot je grijpt, en dat is het gekend zijn door God, wat de plaats van onderdrukking is, wetende dat God boven jou staat, als de goddelijke bruid. Hier ging ook de sobere doorheen. Eerst worden wij gevormd in het hart van de Moeder Heere, waar de overeenkomsten zijn opgetekend, waar Haar leerregels in ons worden gekerft. 165. Dit is de plaats tussen haar borsten, waar de bittere zielen hangen als bundeltjes myrrhe. Dit is de plaats van goddelijke kennis, de plaats van belijdenissen, het is de plaats van het goddelijke zien, de profetische kennis. 166. In het boek van Job staan de Onderwereld en de Vernietiger naakt, zonder bedekking, voor het Aangezicht van God. Zij zijn als Jagers op ons 418 afgezonden om ons terug te brengen tot de diepere plaatsen van de onderwereld waar wij vandaan kwamen. 167. Job weet dat hij naakt tot die plaatsen zal wederkeren, omdat hij daar naakt vandaan is gekomen. 168. De Vernietiger bewaakt de put van de diepte, de Teoom. Zij kent alle geheimen. 169. Vanuit het oerlichaam druppelt myrrhe, bitterheid. 170. Dit druppelen is Nataph, wat profetie betekent. Door de besnijdenis, ook van hart en ziel, brengen wij dit voort. Onze profetie moet bitter zijn, anders mogen we onszelf afvragen of wij wel profeten zijn. 171. Diep in de ziel ligt het hart, de plaats van honger, kennis en geweten. 172. De sobere keert terug naar de naaktheid. In het Hebreeuws is dat hetzelfde als in ballingschap gaan, en dat gebeurt door honger. In het Aramees wordt de sobere 'uit het net gehaald', na de jacht. 173. De sobere is afgedaald door de hof naar de plaats van slaap, wat in diepte

419 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication