26. Ook hun vrouwen en kinderen leefden in slavernij, maar enkelen van hen herinnerden zich de steen, en hielden vast aan wat de steen hen had gezegd, dat het een beter land zou zijn, en begonnen hierover te spreken tot de wilde stam die hen in slavernij hield. 27. Maar de wilde stam geloofde het niet, en zij dreven de spot met de steen. Een vreemde ziekte kwam over de wilde stam, en zij verzwakten zeer. Ook waren enkelen van hen blind geworden. En zij begonnen de steen te vrezen. Zij spraken : ‘Zie, gij hebt de waarheid gesproken,’ en zij lieten hun slaven vrij, en gaven hen een stuk van hun land. 28. En het land was inderdaad beter dan het vruchtbare land wat zij hadden. En ook zij gaven toe dat de steen de waarheid had gesproken. 29. En het nageslacht bezocht de steen, en op de steen stonden grote woorden geschreven, in allerlei lagen. En de steen was als gestolde tranen, als het tranen glas. En er kwamen stemmen uit de steen, en echo’s. En zij tekenden deze woorden op in de grotten voor de nageslachten, tot een eeuwig teken. 30. En de woorden van het tranengesteente staan opgetekend in dit boek. Eeuwen later na deze gebeurtenissen werd er gezocht naar de steen, maar zij konden de steen niet vinden. Wees daarom wijs met dit boek, 42 en ga er goed mee om, als een boodschap en les voor de nageslachten. 31. En het nageslacht ging nog nog dieper in het ravijn, en zij kwamen tot een nog dieper gelegen inham, waar zij een gevecht hadden met holenberen en wilde stammen. Er waren hier veel zandholen, en ze vonden hun weg tot een oerzee, waar holenstammen leefden aan de kust, en waar stammen leefden die woningen op palen hadden in de zee. Er waren ook veel eilanden. 32. Ook met deze stammen raakte het nageslacht in oorlog, en zij wonnen deze oorlog, en namen bezit van de holen en van de woningen op palen. Op een dag was er een wonderlijk verschijnsel boven de zee. Een ladder van touw kwam uit de hemelen. Het nageslacht klom erover naar boven en ze kwamen in een hemel van holen. 33. Zij zaaiden toen zaad tot de aarde en het ravijn, waaruit bloemen voortkwamen die richting deze plaats groeiden, en waardoor vele anderen deze plaats zouden kunnen bereiken. Deze bloemen waren taai en weelderig als oerwoudsbloemen. 15. Het land wat een paradijs had kunnen
43 Online Touch Home