Woord. In het Hebreeuws komt het hier neer op het meten van de leegte (breedte) en het geduld (lengte). 127. Hosea komt in de diepte tot Jozua van Efraïm, tot Laodike, de dienstbaarheid tot de diepte, om zo los te komen van de dienstbaarheid tot het letterlijke. Hij komt tot Laodike als tot de diepte van het vlees en offergeheimenis. 128. De troon is de verkregen en verdiende onderscheiding, interpretatie. Dit gebeurt in de diepte van de Hosea put die terugleidt tot Jozua. 129. In het Hebreeuws zijn de klederen van Jozua leugen en bedrog. Die werden toen afgedaan, als beeld van de interpretatie. 130. Er wordt teruggeleid tot het beeld van de wijnstok, de verbondenheid tot de bron, om vrucht te dragen. Deze wijnstok loopt dus door Jozua tot Hosea en Laodike. de 1. De dualiteit van het zoonschap is het onderdeel van een sieraad waartoe de mens moet ontwaken. 2. Dit verklaart de strijd tussen Jakob en Ezau, Abadja en Edom, en Hosea en Efraïm. 3. Er moet een prijs betaalt worden, om ervoor te zorgen dat de mond niet overmoedig spreekt. 4. In het Hebreeuws-Aramees is dit de Nuwr, de urim-steen van het toetsen. Deze steen zondert alles af (niyr, Aramees). 5. Niet door kracht, noch door geweld, maar door de diepte. 6. Het is het afsterven aan jezelf in en door steen, om zo wedergeboren te worden in steen. Zo kan de tempel herbouwd worden, of de tempel verdiept worden. 11. Valstrikken aan de Jabbok rivier 505 7. Er is een vloek die over hen komt die geen wachter voor de mond hebben. Het staat gelijk aan diefstal, want ze stelen het Woord, verdraaien het, en verkopen het dan door. Zij zullen wegvagen als het volk zal ontwaken. 8. De boekrol was twintig el lang.
506 Online Touch Home