511

58. De gesneden beelden die ze hebben gemaakt in hun afgoderij, als een verdraaide voorstelling van de hemelse kennis, zouden vernield worden, en haar hoerenloon zou vergaan. Door het hoerenloon had dit volk haarzelf opgebouwd. Het hele volk opereerde door omkoperij. Dat is waartoe alle overmoedige geschenken zijn, de valse genade : het is om het volk om te kopen. Ze bouwen zo een vals volk, een vals leger. Het zijn huurlingen. Geen geschenk is zomaar. Er zit altijd iets achter. De mens wordt omgekocht. Gratis is dus helemaal niet gratis. Je wordt bedrogen. Je wordt ergens voor een karretje gespannen. 59. Geschenken zijn er ook voor om vijanden gunstig te stemmen en in slaap te doen sussen. Het oervlees neemt graag geschenken aan, maar leeuwen niet. De leeuw toetst alles en neemt ook geen vals loon aan. Hij laat zich niet voortduwen op de golven van de leegte. Hij gaat er dwars tegenin. Ook de leegte moet getoetst worden. Er is altijd weer een diepere leegte, en die ontstaat door het verzetten. Er moet tot bloedens toe verzet worden in het toetsen. 60. Het oervlees is halfgebakken en lui. Het oervlees is blij voordat hij blij mag zijn. De leeuw niet. 511 Het oervlees zegt voor zijn tijd : 'Oh, heerlijk, wat zalig, hoe vreugdevol.' De leeuw brult. 61. Het oervlees zegt : 'Wat heerlijk. Hier heb ik zolang op gewacht. Ik zag iets schitteren, ben er op afgelopen, en nu heb ik het gevonden. Deze buitenkans mocht ik niet missen.' Maar de leeuw brult en houdt zich op een afstand. 62. Als het oervlees hem probeert over te halen en mee te trekken brult hij. Mocht het oervlees te opdringerig worden, dan bijt hij. Dit doet hij niet overmoedig en in grote trots. Nee, de leeuw toetst allereerst zichzelf. Hij slaat alleen toe als hij niets anders kan en door de situatie wordt gedreven. Nu moet hij ingrijpen, anders sleurt het hem mee. Hij verzet zich er tegen ten bloedens toe. Hij houdt niet ergens halverwege op. Het is een doorzetter. Het oervlees kan klagen wat hij wil. De leeuw brult en zal niet toegeven. 63. Het oervlees steelt de leegtes, grijpt naar de leegtes, en breidt zo zijn machtsgebied uit. Het oervlees test de leegtes niet, maar kan de leegtes goed gebruiken. 64. Zo komt hij zonder enig verzet tot wedergeboorte, en stroomt gewoon

512 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication