53

18. De eeuwige verjonging 8. Zij komen vanuit het zaad van planten, Zij komen vanuit de diepte van de rivier 1. Deze zeeen zijn te groot, Deze zeeen zijn onoverbruggelijk, Deze zeeen zijn eindeloos, Allen zullen in deze zeeen in vissen veranderen 2. Er is geen doorkomen aan, Zij kunnen hier alleen maar dromen, Totdat de nachtmerrie toeslaat, Een vis zullen zij zijn 3. Tot de baarmoeder zullen zij gaan, Van herinneringen geen sprake 4. De nachtmerrie, Totdat het overloopt in bloemenvelden 5. Zij vertelt een gelijkenis, Zij blijft niet bij de drama hangen, Het gaat altijd weer dieper 6. De aarde scheurt open, Ik kan de lagen zien, Hier zijn de veranderingen 7. Zij komen van ver weg, Zij groeien over de wegen en over de daken, Over de woestijnen en over de zeeen 53 9. Het zaad verschijnt als wolken over de steden, En dan explodeert het, Het zal zaad regenen, Regen in het paradijs 10. Ik zink dieper weg in de rivier van zaad, Totdat ik begin te veranderen in een struik 11. Ik ben geboren uit steen, Nu rijst het leger op, Wij zullen zijn als steen, Harder dan het steen van de stad, Ramen slaan wij in, Gebouwen breken wij af, Hun monumenten, allen in rouw 12. Ik zag de aarde geschapen worden, Ik ben de tuinjongen, Ik verwijder de stenen die er niet horen, Geen herinneringen meer aan de stad, De tuinhekken zijn gesloten 13. In de zee, zout warm water, en frisse golven, Het is een zuivere mix, De bomen aan de kust staren hen aan,

54 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication