570

vals geluk, valse vrede en valse vreugde. 2. Het Morgengebed 7. Hier moet zijn ego door afsterven en hij moet ingewijd worden in deze duistere kennis die hij nog niet kent. Het gaat heel diep, want Ahn weent hier, en zegt dat God zijn wenen heeft gehoord, dus God is wel bij hem, maar de tegenstander is niet verwijderd. 1. In het morgengebed gaat Ahn de tent van God, zijn Moeder, binnen, en onderwerpt zich aan God's onderwijs. 2. Toch heeft hij het dan nog over een tegenstander. Hij wil dat God ingrijpt. 3. Hij zegt : Gij doet de rechtvaardige knielen. Gij doet hem terugkeren door een pin. 4. Hier zien we weer de pin in het vlees, wat een middel is om de mens tot God te doen terugkeren. 5. Het betekent ook een haak of een piercing, en een koudheid. Vandaar dat de kennis soms enorm afstandelijk kan doen, juist om de aandacht te trekken. 6. In het gebed in doodsgevaar is Ahn in gevangenschap van de vijand, of het andere deel van God, een andere onderdeel van de kennis. 570 8. God houdt een zekere afstand. De tent van de "vijand" staat gewoon naast de tent van God. Wat doet God eraan ? Wat doet de kennis eraan ? De kennis doet niet altijd wat. De kennis wil ons onderwijzen. Wij moeten beseffen wat er gaande is. Wij moeten de diepte gaan zien. 9. In het klaaglied van Ahn was Ahn blijkbaar overvallen door de "vijand" in God's tent, en hij zegt dat hij nog steeds bij God is, maar hij vraagt dat "de vijand" hem niet zal wegslepen. 10. God kan zijn als een vijand, als een deel van God wat nog niet ontdekt is, waartoe de mens nog niet is ontwaakt. 11. Ahn zei altijd dat hij vanuit zichzelf niets kon zeggen, alleen als hij het de Moeder zag zeggen. In die zin werd Ahn's gebed verhoort. 12. Ezau moest zijn geboorte-recht opgeven voor het rode, het diepe, wat

571 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication