583

in gevangenschap van de haviksgeest van het oervlees leven. Alles wordt hen voorgekauwd. Ze leven in een vals visioen, een hallucinatie. Het is een zware drug. 111. De hemelse kennis komt de mens die door de haviksmuur heenbrak tegemoet. Ahn is in de woestijn van Juda, op zoek naar een nieuw leven. De woestijn is de brug tot de lucht, de hemel, de leegte. 112. Hij sprak : "Zij wie mijn leven zoeken te verwoesten, zullen zinken in de diepten der aarde." 113. Hij zocht naar het hemelse water ver buiten de stad en zijn familie. Hij had alles achter zich gelaten. Hij zocht naar de opname. De Here zou de tenten van Juda allereerst opnemen (yasha), opdat de trots van het huis van Ahn en van de inwoners van zijn woonplaats zich niet zou verheffen tegen Juda. 114. Ahn kwam tot het geheim waartoe de volkeren geen ingang hadden. De havikken botsten tegen de muren van dit geheim aan. 115. Als we zijn "verdronken" in de stad, en dan door de woestijn worden opgenomen, dan komen we tot de hemel 583 van de verdronkenen, de wortel van Hosea. 116. Het is een lied, een spreuk (hesi) tegen de ziedende machten van het water. Zo krijgt de ziel toegang tot de hemelse melk. 117. Door haar touw trekt zij zielen uit het water. 118. Als kind had ik 's nachts ook zulke ervaringen en zag dan een lang touw in de verte tot mij komen. Alles om me heen begon dan ook langwerpig te worden. Ik ben me ervan bewust dat ik als kindzijnde al door zulke haviksmuren heenbrak, om opgenomen te worden door de natuur. 119. Ahn kwam in de onderwereld. Diep in de woestijn is de oermoeder, waartoe Hosea komt. 120. Het is de hemel van de verdronkenen. Het was slechts een beeld van het "gemengde huwelijk". 121. Hier zag Ahn in een visioen de hemelse tent, en hij zag de "stevigheid" als een rivier. 122. Als Ahn dan zijn handen in de lucht doet, dan is dat een beeld van het nomadische leven, van de tocht door de

584 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication