107. Het Woord groeit langs alles heen, gaat niet direct met dingen om. Het Woord is niet materialistisch. Zo is het ook belangrijk te komen tot de stilte en te leven door de stilte, door de eeuwige stilte, om alle overvloed van overmoedige stemmen in ons te doven, de stemmen van het verleden en de stemmen van de wereld om ons heen. 108. Deze eeuwige stilte ligt verborgen in het hart, en zalig zijn degenen die het vinden. 109. Wij mogen net als het Woord langs alles heengroeien, opdat we niet vastraken in de bedriegelijke droomwerelden van anderen, van hen die niet willen ontwaken. 110. Wij mogen zo door langs alles heen te groeien tot grote geheimenissen komen. 111. We groeien dus vanuit het water, omdat juist de golven ervoor zorgen dat we langs alles heen kunnen groeien en nergens vastraken. Als we ergens vastraken is dat maar tijdelijk, en de natuur zal ons wel weer loswrikken en losspoelen, want alles groeit door. Niets is vast. Dat is het grote geheimenis van het Woord om ons klaar te maken. 686 112. Om te ontkomen moet de mens dieper gaan. 113. Hen van de eeuwige stilte werken altijd. 114. Zij wijken niet af van de rode draden. Hierin vinden zij hun rust. Er zitten geen lekken in. 115. Zij die het voorhangsel van de wildernis niet kennen, zullen het nooit dieper binnengaan. Eerst raakt de mens in de voorhangsels verstrikt, totdat hij het raadsel ervan heeft opgelost. Het gaat dus om de arbeid, en een lui mens zal zich hier niet begeven. 116. Alleen door het eeuwige touw zal het raadsel opgelost worden. De rest zal afsterven en herschapen worden. 3. Het dal van schedels en doodsbeenderen 1. Soms zijn dingen niet meer vindbaar voor wat voor reden dan ook, en moeten we roeien met de riemen die we nog hebben en maken wat er nog van te maken is. Dat is ook weer het principe
687 Online Touch Home