731

dromen, in vlagen, zeer cryptisch, via de natuur patronen van een andere, diepere filosofische taal, in het overweldigende zee spasme van de natuur, in de epileptische patronen van de metaforische eeuwige dood. Het zou beginnen met grote angstaanjagende zee schepselen die ervoor zorgen dat niets menselijks en persoonlijks opkomt, en op het land zijn de meest angstaanjagende, grote reptielen die hetzelfde doen, als de metaforen van het filosofische beveiligings-systeem van de natuur. En in de bossen en op de ijsvlaktes zijn de woeste en monsterlijke zwarte beren voor hetzelfde doel, samen met de meest dodelijke schorpioenen. Het moet wel. Er staat teveel op het spel. Ze proberen de tijd voor de komst van de mens zoveel mogelijk te rekken. Grote natuurkrachten zijn in het spel. Zal het lukken of zal het niet lukken ? 34. De aarde is in grote barensnood, en moet wel baren. Daarom besluit de zee haar te overweldigen, en het ijs, want het is nog geen tijd. Was de aarde verkracht ? En wie of wat was de verkrachter ? De schorpioen steekt het ei met haar gif. De persoonlijkheid mag niet opkomen, want dan zou alles eraan gaan. Het is een grote buitenaardse dreiging. De aarde was verkracht van buitenaf. Het buitenaardse wilde de aarde persoonlijk maken, tot een slaaf, maar het is mislukt. Het 731 buitenaardse is woest. Het buitenaardse zaad is diep in de aarde als een vuur, en komt naarbuiten door vulkanische activiteit, maar de zeeën en het ijs doven het weer. Het is nog geen tijd voor persoonlijkheid. Het is geen tijd voor de mensheid, geen tijd voor bewustzijn. En grote aardbevingen houden de aarde veilig, de epilepsie van de aarde. 35. De filosofie kan niet zonder de zee. De zee is het immuunsysteem van de aarde, van de natuur. De golven zijn de wachters van de aarde. Zij moeten alles vertragen en verminderen, zodat de tussenstappen van de filosofie zichtbaar worden.. 36. De zee zal de persoonlijkheid nooit voortijdig laten opkomen. Maar hoe kan dat dan ? Heeft de zee de mensheid niet doorgelaten dan ? Neen. Het zijn slechts nachtmerries. 37. Het gaat ook niet om het bekende, maar om het onbekende. 38. Het mens zijn is zwaar overdreven. Het is maar een heel klein onderdeel van de natuur, en slechts metaforisch, en mag er alleen zijn op de juiste tijdstippen, en alleen pulserend, als onderdeel van een veel groter patroon, wat telkens weer epileptisch wegvaagt. De letterlijke en

732 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication