31. U weet dat u naakt tot die plaatsen zal wederkeren, omdat u daar naakt vandaan bent gekomen. 32. Uit het paradijselijke lichaam druppelt myrrhe, bitterheid. Dit druppelen betekent zienerschap. 33. Door de besnijdenis, ook van hart en ziel, brengen wij dit voort. 34. Ons zienerschap moet bitter zijn, anders mogen we onszelf afvragen of wij wel in zienerschap leven. 35. De zoon van de wet, de fokker, keert terug naar de naaktheid. In het Hebreeuws is dat hetzelfde als in ballingschap gaan, en dat gebeurt door armoe. De zoon wordt uit het net gehaald, na de jacht. 36. De zoon daalt af naar de plaats van bedden, naar ongetemdheid, als een wilde. 37. Deze afdaling is ook een val, een verliezen of verlaging van status. 38. De Moeder roept Haar zoon die als een renbok is. Haar borsten zijn een sleutel voor de zoon om daar te komen, in het hart van de onderwereld. 74 39. De Ziel is de armoede, de geestelijke honger. De Bitterheid van de Ziel, Myrrhe, leidt tot de plaats tussen de borsten van de Moeder in de nacht. Hier is het hart van de onderwereld. 40. Hierdoor komen wij tot de levendmakende bronnen van de Ziel. 41. Het is het leven in de rauwe, natuurlijke staat, volbloed, ongemengd, als een stromende rivier. 42. Wij moeten terugkeren tot de borsten van de Moeder, om zo te leven door Haar melk. 43. De baarmoeder van de Moeder bevat geestelijke zichten van richting, koers, leiding, regels. 44. De Jana is de Urim van de Amazones. Hierdoor worden wij ingewijd in de Jani, de Thummim van de Amazones. 45. Wij worden gered van de goddelozen door de besnijdenis. 46. Dit is de berg om de geboden te verkrijgen. 47. Wij moeten de diepte leren kennen van de Wet. 48. Overwin door het vestigen van de Wet. 49. Ons verstand moet veilig zijn tegen
75 Online Touch Home